was gestegen van vijftig tot 190 miljoen gulden en de netto-winst schommelde rond 2,2 miljoen gulden, was het volgens insiders ‘wachten op ellende bij Simon de Wit’.51 Dit oordeel werd mede ingegeven doordat de oprichtersfamilie na ruzie met de externe financiers uit de directie was gezet, waarmee de problemen in de leiding allerminst bleken te zijn verholpen. Albert Heijn en Simon de Wit hadden voor het laatst over samenwerking gesproken in het midden van de jaren zestig. Omdat Albert Heijn qua marktaan deel vijf keer groter was, dacht men toen aan een volledige integratie van Simon de Wit in Albert Heijn. Dit zou echter tot sluiting van veel Simon de Wit-filialen heb ben geleid, met alle kosten vandien, en daarom had Ab Heijn de besprekingen afge broken. Na de brand was Ab naar Leendert de Wit gegaan om hem distributie- ruimte aan te bieden; een nader verband hoefde niet te worden uitgesloten. De familie De Wit, nog steeds de grootste aandeelhouder, bleek de zaak graag te willen verkopen. Ook president-directeur D.L. de Bruin en president-commissaris J. van der Velden, beiden sinds kort aan het bedrijf verbonden, voelden daarvoor. Ab was bevreesd dat het publiek in deze tijd een dergelijk monsterverbond niet zou appre ciëren, maar sinds het concern zelfstandige werkmaatschappijen kende, was het mogelijk Simon de Wit gewoon onder eigen naam te laten voortbestaan. Daarmee zouden ook de klanten van beide zaken nauwelijks voor het hoofd worden gesto ten, want Albert Heijn mikte traditioneel op progressieve, kwaliteitsbewuste men sen en Simon de Wit op de oudere consument in de ipde-eeuwse wijken 52 De onderhandelingen over de overname sleepten zich enkele maanden voort. Voor de buitenwereld en het personeel van Simon de Wit duidde niets op de komende veranderingen; integendeel, het bedrijf stak zich begin 1972 in een bruine, gezellige huisstijl (met een alfabet van banketletters) en verklaarde onder het motto ‘Beloofd is beloofd’ dat de prijzen van honderd artikelen een jaar lang ongewijzigd zouden blijven, ongeacht de inflatie.53 Het leek erop dat ‘het tamelijk onbetekenen de, door bestuurlijke problemen geplaagde familiebedrijf zich alsnog aan het transformeren was tot ‘een winkelketen van naam’. Maar op 17 februari 1972 kregen de personeelsleden van Simon de Wit te horen dat er een samenwerkingsakkoord met Albert Heijn was ondertekend, wat voor de meesten van hen ronduit een klap was. Het ‘gemoedelijke’ Simon de Wit, waar sommige kantoormensen nog in stofjas rondliepen, overgenomen door de Amerikaans georiënteerde stadgenoot - een schande en ook een verraad: was men niet bijna een eeuw lang tegen elkaar opgestookt? Van de 2300 medewerkers van Simon de Wit besloten enkele tientallen de overstap niet mee te maken. De rest realiseerde zich dat er ook voordelen te behalen waren: Albert Heijn kende betere arbeidsvoorwaarden, stond op technisch en organisatorisch gebied aanmerkelijk 232

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 237