zou MARKT IN RUIME OMGEVING: MIRO voortzetten.37 McDonald’s moest bijna weer van de grond beginnen. Het suc ces zou pas halverwege de jaren tachtig komen, toen het publiek de snackcultuur definitief had omarmd en de kritiek op Amerika allang was verstomd. Een ander onderdeel van het Strategisch Plan behelsde de penetratie in general merchandise, dus in de warenhuissector. De achterliggende reden was ook hier een verschuiving in het bestedingspatroon. De gemiddelde consument besteedde een steeds kleiner deel van zijn inkomen aan levensmiddelen: in 1959 was dat nog 38 procent, in 1969 dertig procent. Op zichzelf betekende dit geen ramp, want in dezelfde periode was de omzet in levensmiddelen jaarlijks met vier procent geste gen. Maar toch bleek de grootste groei bij de duurzame goederen te zitten, die ook voor een kruidenier een uitstraling van luxe en status hadden. Los daarvan had men bij het publiek een andere koopgewoonte ontdekt. Waar vroeger voor de aan schaf van een koekepan nog een heel familieberaad nodig was, kocht de huisvrouw nu impulsief allerlei kostbare artikelen als ze binnen handbereik lagen. Albert Heijn was zakelijk genoeg om op deze trend in te spelen.38 Penetratie in de warenhuissector kon op twee manieren: in samenwer kingsverband of zelfstandig. Toevallig polste J. Bons van De Bijenkorf begin 1970 Ab Heijn over een eventuele fusie tussen beide bedrijven. Ab ging hier serieus op in. Hij liet McKinsey een onderhandelingsplan opstellen, maar uiteindelijk liep alles spaak op onderlinge verschillen in aanpak en structuur, die samenhingen met de zakelijke directheid van Albert Heijn en de bedachtzame verfijning van De Bijenkorf.39 In dezelfde trant zouden er in 1974 onderhandelingen plaatsvinden met Vroom Dreesmann, als uitvloeisel van een gesprek dat Ab met Anton Dreesmann had op het bovendek van een Boeing 747, onderweg naar Hongkong. Omdat een dergelijk samengaan toen voor Albert Heijn zou zijn neergekomen op een overname door Vroom Dreesmann, in een eindeloze reeks overnames van de laatste, hield Albert Heijn het op een bureau dat voortaan voor beide bedrijven de plaatsing van dagbladadvertenties ging regelen: Retail Advertising BV.40 Zelf had Ab al voor de beraadslagingen over het Strategisch Plan aan de mogelijkheid gedacht van een supermarkt met daaromheen een reeks boetiekjes. Deze opzet leek op de Family Centers die juist in de Verenigde Staten verrezen, en refereerde er ook in de werknaam aan: Familiaal.41 Zo’n centrum was echter kost baar en men belandde vanzelf bij de zogeheten combination stores, waarvan er op dat moment een paar honderd in Amerika stonden. Dit waren winkels met zowel levensmiddelen als gebruiksgoederen, die bij aparte kassa’s moesten worden afge- 224

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 229