weinig op als de
van de overheid voor de nodige hindernissen zouden zorgen. In 1966 kwam een
wegrestaurant bij Utrecht klaar en tot 1975 zouden er tien wegrestaurants bijko
men, waaronder een in het Belgische Heverlee.
Een volledig andere koers sloeg men in met de Wimpy-bars. Wimpy was oorspron
kelijk een hamburgertent in Chicago, die temidden van honderden van dergelijke
tenten nauwelijks opviel, ondanks het feit dat hij vernoemd was naar de populaire
veelvraat uit Popeye the Sailorman. Het tij keerde toen het Engelse Lyons in 1954
een Wimpy in Londen neerzette: binnen tien jaar stonden er meer dan driehon
derd Wimpy’s in Engeland en was ook de oversteek naar het Europese vasteland
begonnen. Gerrit Jan Heijn volgde deze ontwikkeling aandachtig. Hij had vastge
steld dat door de stijgende welvaart de horeca inmiddels zo’n tien procent van alle
levensmiddelen verspreidde, wat ten koste ging van de winkelbranche. Met de weg
restaurants en de Albert’s Corners probeerde Albert Heijn het degelijke deel van
deze markt te bestrijken, maar er moest ook een antwoord worden gevonden op
het snel groeiende cafetariawezen. Om deze reden ging men een franchise-overeen-
komst met Lyons aan. In november 1963 startte een Wimpy in de Amsterdamse
Leidsestraat, een jaar later volgde er een aan het Damrak. Hierna kwamen er nog
vestigingen in Haarlem en in Heerlen, maar voor de rest liet men de verbreiding
van de formule aan anderen over. De Wimpy’s zaten hier namelijk bekneld tussen
rijk gesorteerde broodjeswinkels aan de ene kant en goedkope patates frites-kraam-
pjes aan de andere kant. De specialiteit van Wimpy, de hamburger, was bovendien
weinig opzienbarend en bevestigde bij velen het vooroordeel dat Amerikaans eten
smerig was (men deed dan ook zijn best Wimpy als Brits aan te prijzen). De
Wimpy’s in Haarlem en Heerlen gingen al binnen twee jaar dicht en die in
Amsterdam zouden het uitzingen tot maart 1973, toen Lyons ineens een veel hogere
franchisesom eiste.33 De twee overgebleven zaken veranderden daarop in moderne
koffieshops met de aloude naam ‘Boffie’ - een kwestie van enkele maanden, want
moderne koffieshops vielen in het toenmalige Amsterdam even
originele Wimpy destijds in Chicago.
Bij wijze van slotgerecht: McDonald’s, de kampioen onder de Amerikaan
se fast-food ketens. Dit bedrijf, begonnen door Richard en Maurice McDonald, had
in 1948 vermaardheid gekregen als eerste zelfbedieningsrestaurant annex drive-in
ter wereld. Dertien jaar later waren de McDonald-broers uitgekocht door Ray
Kroc, die zou uitgroeien tot de ware mister McDonald’s. Kroc wilde af van het
smoezelige imago dat de meeste hamburgerketens in de steden bezaten en legde
onder de slagwoorden ‘Kwaliteit, Service en Zindelijkheid’ de bereiding van de
gerechten en de handelingen van het personeel tot in de kleinste details vast. Ook
AVONTURIEREN IN MINEUR
221