■I 1 met 17.000 vierkante meter uitgebreid, om eveneens onderdak te kunnen bieden aan groenten en andere dagartikelen. In januari 1971 nam men in Beverwijk een apart centrum voor non-food in gebruik en op 4 november van hetzelfde jaar werd aan de Jules Verneweg in Tilburg een distributiecentrum van 27.000 vierkante meter voor kruidenierswaren geopend. Dit centrum zou alle filialen beneden de lijn Rotterdam - Hengelo gaan bevoorraden. Nieuwe hulpmiddelen daarbij waren pallets (oktober 1972) en plastic standaardfusts in plaats van allerlei houten kratten en kartonnen dozen (maart 1973).27 In dezelfde periode begon men te experimente ren met backhauling: het gevuld heen en weer rijden van vrachtauto’s. De besparin gen die met dit soort zaken werden bereikt, waren enorm, al moest er vaak een boel voor veranderen: in het geval van de pallets bijvoorbeeld dienden alle vrachtauto’s met een ‘zwanenhals’ te worden vervangen door vrachtauto’s met een vlakke vloer. In de produktiebedrijven vonden soortgelijke slagen plaats. De brood- en banketbakkerij in Zwanenburg was al in 1967 volledig gemoderniseerd en hetzelfde gebeurde in 1971 met de Vleeswarenfabriek in Wijhe. In mei van het jaar daarop werd in Zaandam, vlak bij het distributiecentrum, een Centrale Slagerij in gebruik genomen, omdat de slagerij in Amsterdam te klein was geworden. De ingrepen bij Albert Heijn Produktiebedrijven gingen het verst. Halverwege de jaren zestig waren aan de Oostzijde nog historische records gevestigd: zevenhonderd werknemers en achthonderd produkten. Maar vanwege gebrek aan personeel en ruimte, in combi natie met hoge loonkosten, was in 1969 al de verpakking van peulvruchten afgesto ten en werd twee jaar later de hele beschuitfabriek stilgelegd. Om dezelfde redenen week men met de koekjesfabriek uit naar Tilburg: op 3 oktober 1973 ging in het voormalige pand van Van Spaendonck het ‘Produktiebedrijf Tilburg’ van start, dat vijf jaar later ook de lijn voor ontbijtkoek erbij zou krijgen. Als bekroning van al deze maatregelen kan de verhuizing van het hoofd kantoor op 13 augustus 1971 gelden. In plaats van een rommelig samenraapsel van panden aan de Westzijde bewoonde men nu een toren van achttien verdiepingen op het Ankersmid-plein: grijs van kleur maar voor een detailhandelsbedrijf een uit zonderlijk monument. Helaas zou in dit monument ook het eerste signaal worden gegeven dat er een echte recessie aan de gang was. In 1974 trad McKinsey hier bin nen met zijn roemruchte ‘Overhead Waarde Analyse’, waarbij met behulp van enquêtes overtollige arbeidskrachten werden opgespoord. Van de ruim duizend werknemers op het hoofdkantoor vloeiden er bijna honderd af. Een dergelijke maatregel had het bedrijf nog nooit nodig gehad.28 218 I

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 223