1 De winkel in Amsterdam-Osdorp was eveneens gevestigd in een winkelcentrum van de overheid en daarvan verschenen er successievelijk meer. Daarnaast werden er her en der panden gehuurd en ook zelf gebouwd, al wilde men voortaan zo min mogelijk geld in cement en stenen vastleggen. Met het oog hierop werd in het najaar van 1963 samen met de beleggingsmaatschappij Finemos te Utrecht de NV Ahorn opgericht, waarin Albert Heijn de helft van het aandelenkapitaal (ad 10 mil joen gulden) stortte door al zijn terreinen en opstallen in te brengen. Ahorn zou voortaan de benodigde bedrijfspanden stichten om ze aan Albert Heijn te verhu ren. In hetzelfde jaar werd trouwens de NV Elf Provinciën, die een aantal kleinere winkelpanden in eigendom had, van Gerrit en Jan Heijn overgenomen, zodat ook deze panden onder beheer van Ahorn konden worden gebracht.7 Via dit Ahorn zou Van Meer zijn grootste slag slaan... Er werden in deze jaren diverse studiereizen naar winkelcentra in het bui tenland gemaakt door groepjes detaillisten, bankiers, politici en overheidsfunctio narissen. Tijdens een reis door Zweden toonde minister Bakker zich opgetogen over de daar gepleegde systeembouw met geprefabriceerde panelen, waar geen baksteen of metselaar aan te pas kwam. Omdat bakstenen en metselaars schaars waren, zou deze methode ook iets voor Nederland zijn, volgens de minister. Van Meer, mede- reisgenoot, schoof bij de minister aan en durfde te beweren dat Albert Heijn een plan voor systeembouw in de la had liggen, maar nergens een vergunning ervoor kon krijgen. De minister stelde Van Meer ter plekke dertig vergunningen in het vooruitzicht als hij dat plan kon overleggen en binnen drie maanden een gemeente voor een experiment wist te interesseren. Thuis ging Van Meer onmiddellijk om de tafel zitten met architectenbureau E.F. Groosman en Dura’s aannemingsmaatschap- pij uit Rotterdam om een ontwerp te maken. Tussentijds werd de gemeente IJmuiden bewerkt om voor het experiment toestemming te verlenen. Een handicap daarbij was dat de gemeente tamelijk links was en weinig op had met het grootwin kelbedrijf. Van Meer speelde de advocaat van de duivel. Hij zei dat als de overheid - dit is een verhaal uit lang vervlogen tijden - ooit de middenstand zou willen nationa liseren het makkelijker was als alleen Albert Heijn genationaliseerd hoefde te wor den in plaats van tientallen kleine winkeliers. Voor dit argument zwichtte zelfs het linkse college van IJmuiden. Van Meer kon beginnen en kreeg, nadat de supermarkt in IJmuiden op 19 juni 1963 was opengegaan, van de minister de vergunningen toe gestuurd voor 29 andere ‘Standaard-SuperMarkten’, zoals ze inmiddels heetten.8 Het mooie was, niet alleen Albert Heijn zat te springen om te bouwen, ook de gemeenten, die werden getroffen door bestedingsbeperkingen terwijl woningbouwverenigingen de ene nieuwe wijk na de andere opleverden. Albert Heijn hoefde dan ook niet te lobbyen maar kreeg van diverse gemeenten het ver- 184

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 189