I Mil
testopstelling kon
winkel geopend
de citrusvruchten moest men hiervoor in bestaande markten inbreken, met alle
tegenwerking vandien. En dan nog een technisch probleem: hoe dienden het verse
vlees en de verse groenten te worden verpakt - want dat leek de geëigende wijze van
aanbieding in een zelfbediening?
Voor vlees vroeg men Unox als leverancier, maar deze zag daarvan af van
wege de deining die dat in de slagerswereld zou veroorzaken.50 Bovendien bleek de
verkoop van vlees aan een strenge wetgeving onderhevig te zijn. Het moest bij ver
voer van het ene keuringsdistrict naar het andere telkens in een abattoir worden
gekeurd, wat fikse kosten met zich meebracht, en het mocht alleen in een afge
scheiden ruimte worden verkocht, los van andere levensmiddelen. Met het oog
hierop leek het het beste met plaatselijke slagers in zee te gaan, die het vlees inkoch
ten en uitbeenden, waarna het eventueel in de winkel kon worden verpakt. Maar
welke slager zou zich aan een grootwinkelbedrijf willen verbinden en daarmee de
hoon van zijn collega’s op zijn hals halen?
Groenten en fruit konden wel vrijelijk door het land worden vervoerd en
om op een veiling inkopen te mogen doen hoefde slechts een iemand bij Albert
Heijn over een erkenning als grossier te beschikken. Die iemand werd natuurlijk
Theo Ruys. Ruys zocht contact met de Coöperatieve Veilingen van de Zuidhol-
landsche Eilanden, die ook bereid bleek een station te bemannen om groenten te
snijden en te verpakken. Later werd hiervoor een gezamenlijke vennootschap opge
richt, *NV Kleverpa’ geheten. Nadat Ruys elders de inkoop van aardappelen en fruit
had geregeld, berichtte hij dat men wat hem betreft met een
beginnen. Op 20 april 1955 werd in Amsterdam-Slotermeer een
met voorverpakte groenten en fruit, en daarnaast - in één ruk door - wat tijdschrif-
154
1955: De eerste Nederlandse supermarkt in Rotterdam. Deze winkel had nog etalages. Bij latere
supermarkten zouden de winkels zelf de etalage worden.
99
|c|S9|