Voor de insider was de aanblik van de winkels met de komst van diepvriesvis en het citrusfruit al flink gewijzigd, maar een echte doorbraak zouden vers vlees en verse groenten opleveren. De stand van de discussie rond de Vestigingswet gaf aan dat vlees en groenten vermoedelijk wel door een kruidenier verhandeld zouden kun nen worden, en om straks niet te laat te zijn, leek het geraden er zo snel mogelijk mee te beginnen, ook al moesten daarvoor vaklui met een vergunning worden aan getrokken. Maar hoe kon men aan vers vlees en verse groenten komen? Net als bij Dat er al enige beweging in de assortimentsverdeling tussen de kruidenier en andere levensmiddelenbranches zat, bleek in het voorjaar van 1953, toen Job Gouda Albert Heijn een experiment aanbood om panklare diepvriesvis te gaan ver kopen; de benodigde ijs-containers zouden erbij worden geleverd. De achtergrond hiervan was een dalende visconsumptie, vooral van verse vis, waarvan het schoon maken, de zware baklucht en de losse graten steeds meer mensen was gaan tegen staan. Panklare diepvriesvis, een vooroorlogse vondst uit Noorwegen en al sinds enkele jaren in Nederland verkrijgbaar, onderving deze bezwaren, maar inmiddels hadden te veel huisvrouwen zich van de reguliere vishandel afgekeerd om dit te kunnen opmerken. Vanwege deze ontwikkeling ging ook het Bedrijfschap voor de Visserijhandel met het idee van Job Gouda akkoord, en in november 1953 startte Albert Heijn in tien filialen met de verkoop. Tot tevredenheid van alle betrokkenen gebeurde daarbij hetzelfde als wat in Noorwegen was gebeurd: het publiek nam om onnaspeurlijke redenen veel vaker diepvriesvis mee uit een kruidenierswinkel dan uit een viswinkel. Daarom werd diepvriesvis een vast onderdeel van het assorti ment van Albert Heijn, ook al ging eind 1954 het monopolie erop voor kruideniers- bedrijven verloren.48 Vervolgens kwam een ondernemende groentehandelaar, Theo Ruys, aan zetten met het voorstel om citrusvruchten te gaan verkopen. Ruys had ontdekt dat in het bestaande woud aan regels de verkoop van citrusvruchten volledig vrij was. De enige moeilijkheid die zich voordeed lag op het vlak van de leveranties. De Nederlandse citrusimporteurs hadden met elkaar afgesproken alle import via de Rotterdam Fruit Exchange te laten lopen, waar grossiers hun inkopen deden ten behoeve van individuele groenteboeren. Uit angst voor gekrakeel met die groente boeren wilden de meeste grossiers niet voor Albert Heijn werken, maar één grossier bleek bereid als stroman op te treden. Dank zij hem kon Ruys in november 1953 in de zelfbedieningszaken van Albert Heijn trossen bananen ophangen en netjes sinaasappelen, mandarijnen, citroenen en grapefruits neerleggen. Toen een jaar later de naam van de stroman uitkwam, zat er niets anders op dan naar de veiling in Antwerpen uit te wijken en zelf een erkenning als grossier aan te vragen.49 DE MARKT IN HUIS '53

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 158