aan de orde bij de presentatie van een
bij klachten alleen de coulance van
twee miljoen exemplaren, die in een straal van een paar kilometer rond elke winkel
werden verspreid.
Omdat AllerHande in die tijd nog het enige blad van dien aard was dat het
publiek in de bus kreeg, was het een ideaal medium om een boodschap uit te dra
gen. Er werden uiteraard veel recepten in opgenomen (waarbij als regel gold dat
daarnaast nooit een reclame van de benodigde ingrediënten mocht staan), er wer
den allerlei innovaties in het huishouden in behandeld, een zekere Ciska Verheul
had een rubriek over vrouwelijke aangelegenheden en een enkele keer ging het al
over de hobby van sommige huisvaders. Ten aanzien van het eigen bedrijf waren er
de nodige opiniërende artikelen over zelfbediening, waarbij opvallend vaak gebruik
werd gemaakt van enthousiaste getuigenissen van jonge cabaretiers, die zogenaamd
geen blad voor de mond namen. De meeste ruimte werd besteed aan acties en ver
nieuwingen, waarbij men de bedrijfsfilosofie van voordeligheid, kwaliteit én
progressiviteit indringend aan de man bracht.
Deze filosofie kwam bijvoorbeeld
nieuw garantiesysteem. Tot dusver kende men
de bedrijfsleider: hij bepaalde of een klant al dan niet recht op een vergoeding had.
In Amerika daarentegen was al een onvoorwaardelijk garantiesysteem ingeburgerd,
waarbij de winkelier elke aanmerking direct met een vergoeding beantwoordde.
Omdat dit systeem het gevaar in zich droeg dat klanten met smoesjes kwamen aan
zetten, was het in Europa nooit overgenomen, maar Albert Heijn - ‘dit Neder
landse bedrijf, zoals men merkwaardig objectiverend in AllerHande berichtte -
wilde er vanaf juni 1956 een proef mee nemen. Het kostte moeite de bedrijfsleiders
van het belang van de proef te overtuigen, want er draafden inderdaad weleens
mensen op met klachten over half leeggegeten potten jam en dito zakken zoutjes,
maar in augustus 1958 werd het systeem definitief, vér voordat collega-bedrijven
ermee begonnen?5
Ook over het prijsbeleid werd in AllerHande menige uiteenzetting gege
ven. Gerrit en Ab Heijn lieten herhaaldelijk weten dat het overheidsstreven naar
prijsstabilisatie volledig werd gesteund en dat een daling van de grondstoffenprij-
zen onmiddellijk bij de eindprodukten in de winkels merkbaar moest zijn. En bij
een verwachte daling kon Albert Heijn daarop een voorschot nemen door de prij
zen alvast te drukken, in de hoop dat er een omzetstijging tegenover zou staan. De
algemene referentie die daarbij werd gegeven was dat de Europese prijzen van
levensmiddelen beduidend hoger lagen dan de Amerikaanse, iets wat iedereen die
de oceaan overstak met eigen ogen kon aanschouwen. Men wachtte intussen voor
de indruk dat Albert Heijn louter op prijsdaling gefixeerd was; er werd steeds een
positief - om niet te zeggen: luxe - aspect tegenover gesteld. Een prijsverlaging in
DE MARKT IN HUIS
Ml