134
ANDERMAAL ZELFBEDIENING
Efl
worden en om een algemene lijn te kunnen uitzetten moest men niet te veel willen
weten maar juist naar anderen kunnen luisteren. En dat deed Albert graag: naar
Jaap de Vries, zijn compaan in de raad van bestuur die altijd in strategieën dacht;
naar Legerstee, die vanaf zijn vroege jeugd vertrouwd was met klanten en enige
faam als amateurkok genoot, dus allerwegen lol in levensmiddelen had; en naar
ettelijke buitenstaanders die nieuwe wegen aanwezen. De leergierigheid die Ab aan
de dag legde, was legendarisch. In 1958 bezocht hij met detaillisten uit de hele
wereld een zogenaamde MMM-cursus (‘Modern Marketing Methods’ - ‘Make More
Money’, was het grapje) van NCR in Dayton, Ohio, en hij kwam terug met de woor
den: ‘We doen het verkeerd, alles moet anders,’ hoewel er in de paar jaar dat hij in
de bedrijfstop zat al enorm veel veranderd was...10
De uitbouw van de zelfbediening was een van die veranderingen. Onder leiding van
Ab waren nog in hetzelfde jaar dat Schiedam startte soortgelijke zaken geopend in
Rotterdam, Veendam, Tiel, Utrecht en Amsterdam. Wel bracht Gerrit Heijn enige
esthetische correcties aan. Volgens Gerrit was Schiedam te ‘netjes’, althans niet
‘marktachtig’ genoeg. Er moest muziek ten gehore worden gebracht, er diende een
demonstratice aanwezig te zijn om oploopjes te creëren en het was beter als er meer
met prijzen geschetterd werd. Later zou hij zelfs kritiek hebben op geluiddempende
plafondtegels die ergens waren toegepast: een winkel moest ‘roezemoezig’ blijven.
Anderzijds verklaarde Gerrit witkalk op de ruiten uit den boze en het leek hem
evenmin gepast dat er van grote raambiljetten gebruik werd gemaakt. Men zocht
kortom naar een vorm die bij het bedrijf paste: niet te stijf, maar zeker ook niet te
volks. Wat dat laatste betreft voelde Ab de sfeer in elk geval goed aan door de chefs
van de zelfbedieningszaken voortaan bedrijfsleider te laten noemen, hoe meesmui
lend de oude getrouwen binnen het bedrijf daar ook op reageerden.
In het tweede jaar, 1953 dus, werden er weer negen zelfbedieningswinkels
geopend en het jaar daarop maar liefst zeventien. De koers was duidelijk. Hoewel
er aanvankelijk nog enkele gewone bedieningszaken bijkwamen, ging men er spoe
dig toe over dit soort zaken te vervangen door zelfbediening. Dat gebeurde met een
gemiddelde van dertien per jaar, maar in 1959 werden er in een keer ruim veertig
zelfbedieningszaken geopend, gevolg van het feit dat eindelijk de bouwbeperkingen
voor projecten tot 100.000 gulden waren opgeheven. Tegen die tijd waren al bijna
honderd bedieningszaken uit het bestand verdwenen.
Hiermee was tevens het lot bezegeld van enkele oude verkoopformules die
het bedrijf bezat. De Beverwijkse bakkerij, altijd een vreemde eend in de bijt geble-