De boerenmarkt bleef in Californië, maar de particuliere supermarkt ver
spreidde zich over andere staten. De werkelijke zegetocht van de supermarkt zou
aan de oostkust van de Verenigde Staten beginnen. Daar was het Michael Cullen,
employé van Kroger, die in 1930 zijn directie per brief voorstelde om op goedkope
grond enkele grote winkels te openen, waar naast kruidenierswaren ook groenten,
fruit en vlees verkocht werden, het merendeel daarvan in zelfbediening. Cullen had
in zijn hoofd dat bijna de helft van alle artikelen tegen een marge van nul tot vijf
procent de deur uit kon gaan en hij verwachtte in de winkels een omzet te maken
die ruim tien keer zo groot was als in de bestaande kruidenierszaken van Kroger.
Tot zijn teleurstelling wilde de Kroger-directie hem niet eens ontvangen en nog in
hetzelfde jaar richtte hij in Jamaica, New York, zijn eigen ‘King Kullen’ op. Omdat
inmiddels de depressie had toegeslagen, werd zijn formule door talloze anderen
overgenomen, die als prijsbrekers in zware tijden voor even krachtige namen
kozen: Big Bear, The Whale, Big Chief; zelfs Giant Tiger.
De gevestigde ketens zagen deze ontwikkeling in eerste instantie met
ongeloof aan. Net als Kroger konden zij zich niet voorstellen dat de klanten zich
per auto naar vervallen fabrieken en garages zouden begeven om hun boodschap
pen uit nauwelijks geordende stapels te vissen, terwijl zij die desgewenst thuis en
op krediet aangeleverd konden krijgen. Nog afgezien van het lage prijzenpeil had-
116
Het einde van een tijdperk: instructie in het zakjes vouwen in de eigen opleidingswinkel in 1954. In
dezelfde periode kwam de zelfbediening op, die het zakjes vouwen overbodig maakte.
999999999 tAfr