UIT WINKELEN
aandelen; los daarvan bezaten zij met hun oprichtersbewijzen het recht bindende
voordrachten voor directie en commissarissen te doen. Toch werd hun zeggen
schap voor het eerst echt ingeperkt. Dit bleek al uit de benoeming van twee
nieuwe buitenstaanders tot commissaris: jonkheer Six van Hillegom van de
Amstelbrouwerijen en mr. M.P. Voute van het Amsterdamse handelskantoor
Mirandolle Voute. Ook was het bedrijf voortaan als enige in de kruideniersbran-
che verplicht zijn jaarcijfers te publiceren. Zelfs de eigen medewerkers werden hier
door verrast. Als gevolg van de negativistische stimulatie-tactiek die Gerrit erop
nahield, verkeerden de meesten van hen in de mening dat het slecht ging met het
bedrijf. Maar naar aanleiding van de winstmeldingen in het prospectus merkte een
staffunctionaris op: ‘Wat zijn we belazerd.’ En een befaamd gezegde uit die dagen
luidde: ‘Wij zijn groot geworden van de rode cijfers.’44 Daarom zou adjunct-direc-
teur Jaap de Vries jaren later, toen allerlei andere veranderingen alweer waren
gepasseerd, de beslissing tot de beursgang de belangrijkste uit de hele geschiedenis
van het bedrijf noemen.45
Op de kaft van het eerste jaarverslag van 1948 prijkte een afbeelding van het
fabriekscomplex aan de Oostzijde, alsof Albert Heijn voortaan als een produktie-
bedrijf moest worden beschouwd! Inderdaad was het winkelbedrijf ietwat op de
achtergrond geraakt. Dat lag niet alleen aan de groei van Sterovita. Het auto
mobielbedrijf Riva, ooit een beleggingsobject van Albert senior, behoorde sinds
oktober 1943 officieel tot het concern. ‘Formosa’ had in 1946 een derde restaurant
geopend, in Hilversum, en kreeg ook de directie over de Vami-lunchroom erbij; in
1952 zou er bovendien een Formosa in Utrecht van start gaan. Een volledig nieuwe
activiteit was ‘Albert Heijn’s Groothandel’. Deze dateerde van 15 juli 1942, toen er
een vennootschap onder firma van die naam werd opgericht, die in september 1948
werd omgezet in een naamloze vennootschap. Het doel ervan was levensmiddelen
te slijten aan ziekenhuizen, inrichtingen, hotels en reisorganisaties 46
De minder dominante positie van de winkelketen kwam ook organisato
risch tot uitdrukking. Gerrit en Jan Heijn vormden vanaf 6 april 1948 een ‘hoofddi-
rectie’, waarin Jaap de Vries als adjunct zitting had. Op dezelfde dag werd een
‘onderdirectie’ geïnstalleerd, met daarin Maurits Ligtenstein voor de inkoop, Dirk
ter Wee voor de verkoop, Nico Daamen voor de produktie en Siem de Vries als een
soort secretaris-administrateur.47 Deze onderdirectie kreeg de dagelijkse leiding
over het kruideniersbedrijf en de fabrieken aan de Oostzijde, en moest dus voor
een verdere uitbouw zorgdragen.
AFBRAAK EN WEDEROPBOUW
109