DE TRAGE START
de hongerwinter dagelijks 1,25 miljoen warme maaltijden uitdeelden. Intussen hiel
den de Duitsers voortdurend razzia’s om aan arbeidskrachten te komen en verniel
den zij moedwillig haveninstallaties, fabrieken en dijken. Vanwege deze terreur
belandden andermaal minder rantsoenen in de winkels. Meer dan tweehonderd
duizend mensen leden aan ernstige ondervoeding; zeventienduizend mensen zou
den aan de gevolgen daarvan bezwijken.
Gratis witbrood, margarine en melkpoeder uit Zweden gaven in februari
1945 wat soelaas. Maar eind april werd de laatste kilo aardappelen en het laatste
halve brood per persoon in distributie gegeven. Meer was er niet, alles was op!
Toen kwamen de ‘vliegende kruideniers’ uit Engeland, die bacon, chocola en meel
uit hun Lancasters wierpen. Op 3 mei begon de verdeling daarvan en op 5 mei werd
de capitulatie van de Duitsers bekendgemaakt.
De wederopbouw kon beginnen. Bij Albert Heijn waren eenentwintig filialen door
bombardementen of beschietingen verwoest; acht filialen aan de kust waren opge
heven omdat ze in Duitse verdedigingslinies hadden gelegen; en drie filialen, in
Roermond, Swalmen en Gennep, waren leeggeplunderd.22 In de filialen die wel
draaiden, bevonden zich nog slechts enkele surrogaten. Men had zelfs de loze ver
pakkingen van de schappen verwijderd om niet de indruk te wekken dat er toch
iets te koop was. Ook de fabrieken en magazijnen waren nagenoeg leeg, op een staf-
en voedingsbureau van de Binnenlandse Strijdkrachten na, dat daar even voor de
Duitse overgave zijn intrek had genomen. Alleen de macaronifabriek bezat nog
bloem en daarmee kon men drie maanden brood bakken voor de voormalige ver
zetslieden en hun gezinnen.23
Ongetwijfeld het grootste probleem was de aanhoudende schaarste.
Vanwege opzettelijke inundaties in Zeeland, de Zuidhollandse eilanden en de
Wieringermeer, plus een extreem warme zomer in 1947, bleven de oogstopbreng
sten voorlopig klein. Daar kwam bij dat de regering - Nederland was van een van
de rijkste landen ter wereld een van de armste geworden - weinig deviezen voor
importen beschikbaar stelde, wat met name de produktiebedrijven opbrak. De dis
tributie zou dan ook slechts zeer geleidelijk verdwijnen. In 1946 werden als eerste
aardappelen en peulvruchten vrijgegeven. Gort en griesmeel volgden in hetzelfde
jaar, maar mensen wilden dat helemaal niet meer eten: grutterswaren, in de negen
tiende eeuw het belangrijkste volksvoedsel, begonnen aan een duik in de consump
tie, totdat bijna niemand meer zou weten wat het woord precies inhield.
De schaarste bracht menig winkelier in de verleiding met de artikelen te
98