DIEPTEPUNT EN BEVRIJDING In 1943, t°en de geallieerde legers eindelijk hun eerste successen boekten, keerde het tij zowel ten goede als ten kwade. De Duitsers begonnen steeds driester op te treden. Hoewel zij ooit een vervlechting van de Nederlandse met de Duitse econo mie beweerden na te streven, eisten zij nu overal kapitaalgoederen, voorraden en arbeidskrachten op. Bij Albert Heijn verdwenen onder meer enkele vrachtwagens plus een Hollerith-ponskaarten-machine, die kort voor de oorlog was geïnstalleerd. Ook werden in totaal honderdtachtig jongere werknemers via de Arbeitseinsatz naar Duitsland getransporteerd. Van de voorraden in het magazijn bleef de bezet ter nog af, omdat er bij de Centrales voorlopig meer te halen was; maar ook deze kampten met een slinkende aanvoer, juist vanwege de plundering die gaande was. Bij het naderen van het front, zomer 1944, waren de gemiddelde rantsoe nen gedaald tot ongeveer 1300 calorieën per dag, terwijl een volwassen man met lichte werkzaamheden al bijna het dubbele nodig had.16 Allerwegen begon men naar aanvullingen op het menu te zoeken: tulpebollen, suikerbieten, brandnetels en stijfsel. Omdat ook het groeiende legioen onderduikers te eten moest worden gegeven, tierde de zwarte handel in bonnen en achtergehouden voorraden welig. De voedseltochten naar het platteland werden ware hongertochten. dagelijks door de vele monden, die in onze fabriek zijn, wordt verslonden’, was bedenkelijk: ‘Het snoepen en eten heeft dergelijke afmetingen aangenomen, dat wij thans niet verder kunnen.’ Om iedereen bij het bedrijf betrokken te houden werd in dezelfde tijd een naamloos personeelskrantje uitgegeven, met nieuws over allerlei activiteiten.13 Het personeel in de filialen kon als vanouds worden gemotiveerd met de ‘Omzet-pres- tatiewedstrijden’, die ondanks de distributie gewoon doorgingen. In 1942 werd daartoe het Gulden Prestatieboek geopend, waarin iedere bijzondere verkooppresta- tie werd opgenomen. Vooral Smalsko was het onderwerp van menige wedstrijd: eens werd de omzet ervan in enkele weken verhoogd van 200.000 pakjes tot ruim 300.000 pakjes. En het fraaiste resultaat van een ‘Omzet-prestatiewedstrijd’ dat ooit werd bereikt, viel zelfs in de maanden mei, juni en juli 1944, toen ‘dankzij de ongekende energie en wilskracht van de menschen achter de toonbank en in de wijken’ de algemene omzet met 22 procent steeg in vergelijking met dezelfde perio de van het jaar daarvoor!14 Dit is des te opmerkelijker als men bedenkt dat inmid dels al het bezorgmateriaal nagenoeg versleten was, ja, dat er zelfs een officieel bezorgverbod gold, al werd daar zo min mogelijk de hand aan gehouden.15 AFBRAAK EN WEDEROPBOUW 95

Arm en rijk kunnen bij mij hun inkopen doen | 1996 | | pagina 100