94
Legerstee, Ligtenstein en ik hebben sindsdien nooit meer onenig
heid gehad, en met Wimab als productiedirecteur erbij werd de
Albert Heijn-directie een echt team. We konden het bedrijf naar
onze ideeën inrichten. Een bezwaar van de branche was altijd
geweest dat zij werd bevolkt door mensen die erin waren opge
groeid en zelden meer dan de middelbare school hadden gehad. Bij
ons zaten in de productie wel wat ingenieurs, maar op kantoor was
Bomli lange tijd de enige academicus, en daarnaast had je J.W. de
Vries die door zelfstudie accountant was geworden. Daarom ron
selden we nu mensen als Cor Storm en Cornelis Brevoord, die alle
bei een proefschrift over de detailhandel zouden schrijven, maar
daarna naar de universiteit overstapten. Academici zouden pas
later in ons bedrijf geïnteresseerd raken.
Meer succes hadden we met het aantrekken van managers, hoe
wel dat in wezen moeilijker is. Je herkent sneller een goede voet
baller dan een goede manager - dat zeg ik, die weinig van voetbal
weet. Een goede manager moet zich namelijk voortdurend ont
wikkelen. Je bent het niet, je wordt het. Als een voetballer onbevre
digend functioneert, kun je hem een andere plaats in het elftal
geven of het elftal anders laten spelen. In een bedrijf is dat onmo
gelijk. Een manager lijkt wat dat betreft meer op een voetbalcoach:
soms klikt het met de spelers, soms niet. Maar in tegenstelling tot
een voetbalcoach zijn er voor managers nog steeds geen diploma’s.
Zij zijn hooguit voor een baan gekwalificeerd; je moet afwachten of
ze onafhankelijk blijven denken en uit zichzelf in beweging komen.
Ik heb overigens gemerkt dat je de beste resultaten krijgt met
managers die niet te veel deskundigheid bezitten en zich een nieuw
terrein moeten eigen maken. Dat zijn mensen die alles geven wat ze
in zich hebben, al was het maar uit erkentelijkheid voor de kans die
ze hebben gekregen. Niettemin blijft het bij elke manager die je
aanstelt de vraag of hij eerlijk genoeg is om jou tijdig te waarschu
wen als het met zijn onderdeel slecht gaat, zodat je niet voor
onaangename verrassingen komt te staan - want dat is zo’n beetje
de eerste regel in ons huis.
Om managers te krijgen schakelden wij al vroeg psychologen in.
Eerst Piet Colijn en later Jan van de Voort maakten voor ons analy-