5 Wat willen wij? In het Zaans bestaat de uitdrukking: ‘Met de verneemstok gaan’. Niemand weet waar die zegswijze vandaan komt, maar het werd gezegd van mensen die nieuwsgierig (‘nuwelijk’) waren en de hele tijd hun ogen en oren de kost gaven. Gebruikt in het zakenleven klinkt er iets van overleg en oriëntatie in door: je praat eens met deze en gene om te kijken of je het met elkaar eens kunt worden. Ikzelf heb de verneemstok graag en vaak gehanteerd. Luisteren is sowieso mijn beste eigenschap. Bij de rol van biechtvader die ik sinds mijn polio heb, past dat mensen mij altijd kunnen onderbre ken. Ik houd ook geen betoog van tien minuten als het in een halve minuut kan. Het gevolg is dat men elk woord dat ik uitspreek wel willend overweegt. Ik moet daar soms om grinniken. Zelfs als ik zwijg, om de eenvoudige reden dat ik ergens geen mening over heb, denken mensen nog dat ik de wijze indiaan ben. En als ik eens iets beweer dat niet onder de kerstboom kan dan wordt mij dat mak kelijk vergeven. Gelukkig stel ik geen prijs op deftigheid, anders zou er bij sommige mensen een onwezenlijk sfeertje kunnen ont staan. Een beetje jennen, een beetje pesten is goed voor de omgang - althans tot een bepaalde hoogte. Mijn ei is dun geschild (óók Zaans) als ik te maken krijg met desinteresse en slordigheid. Los daarvan zijn er momenten dat ik de verneemstok bewust in de kast laat staan, omdat er eenvoudig niets meer te overleggen valt. In 1958, kort na mijn Amerika-reis, werd de onderdirectie van Albert Heijn gepromoveerd tot directie. Legerstee, Ligtenstein, Schuddeboom en ik als president-directeur moesten het nu alleen 92

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 94