88 ook latere supermarkten uitrusten, zoals een luchtgordijn in plaats van deuren bij de ingang, een magisch tapijtje om de deuren naar de slagerij te openen en een elektronisch oog dat de deuren van de uitgang bediende. Boodschappen doen in een supermarkt moest in de woorden van Lederman een Event zijn. Maar ach, wat zou het moeilijk worden om van die Event een economisch verantwoorde aangelegenheid te maken. We wilden alles tegelijk. Om de klanten te plezieren, haalden we ook keuken gerei en serviesgoed in de winkel. We begonnen met bloembollen, gloeilampen, Engelse pockets, nylons, schrijfgerei en grammo foonplaten. Hiervoor moesten we telkens in bestaande markten inbreken en dat gaf een hoop gelazer, zonder dat we er veel winst voor terugkregen. Met de verswaren maakten we niet eens winst. De verswaren vereisten een totaal andere instelling dan wij als kruidenier gewend waren. Normaal is het zo dat je je oudste spul len het eerst verkoopt, maar bij verswaren heb je met bederf te maken. Ik kwam weleens in een supermarkt en dan zag ik gespik kelde appels in de vitrine liggen, terwijl in het magazijn prachtige appels lagen. De bedrijfsleider wilde eerst die gespikkelde appels verkopen, zonder zich te realiseren dat straks ook de appels in het magazijn zouden zijn aangetast. Bij verswaren geldt: de eerste strop is de beste. Als bederf dreigt moet je de spullen onmiddellijk tegen een gereduceerde prijs verkopen, anders kun je ze doordraaien. Kleine zelfstandigen hadden daar geen moeite mee, want zij hoef den nooit hun afboekingen te verantwoorden. Een filiaalbedrijf daarentegen kende traditioneel zo’n strakke discipline dat er wei nig ruimte voor improvisatie was. We hebben dat met veel vallen en opstaan moeten inbrengen. Gelukkig heeft het publiek weinig last gehad van ons aanvanke lijke gestuntel. Het publiek vond supermarkten van meet af aan heerlijk. In ons bedrijf waren wel mensen die meenden dat er hele maal geen behoefte aan bestond. Maar ons groepje antwoordde steeds: “De klanten zijn minder conservatief dan wij denken.” En ik voegde daaraan toe: “Laat dat ‘denken’ maar weg: de klanten zijn minder conservatief dan wij.” Je kon gewoon zien dat de klanten de supermarkt op prijs stelden. Het was niet eens het gemak dat ze

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 90