87 gankelijker klinkt. Hij was gelegen aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam, waarmee we De Gruyter andermaal een hak konden zetten. De winkel had een oppervlakte van 340 vierkante meter, waarbij het vlees in een afgeschoten ruimte werd verkocht (wat tot in de jaren zeventig voorschrift bleef). Het vlees werd geleverd door groothandelaar Frenk en wij verpakten het zelf in ademend polytheen, een nieuwtje. De groenten kwamen van de Coöperatie ve Veilingen van de Zuidhollandsche Eilanden, waarmee we ook een verpakkingsbedrijfje oprichtten. Ik herinner me dat we over de opstelling van de groenten heel lang gepalaverd hebben. We wisten niet of we ze bij de ingang of de uitgang van de winkel moesten plaatsen. Als wij Nederlanders vertellen wat we gaan eten, noemen we als eerste de groente (in de VS en in Engeland is dat het vlees). Dat pleitte voor een plek bij de ingang. Anderzijds begint elk Nederlands boodschappenlijstje met zaken als koffie en thee. We besloten dat boodschappenlijstje te volgen en de groenten bij de uitgang neer te leggen, ook omdat groenten kwetsbaar zijn en beter boven in het boodschappenwagentje konden liggen. Dit idee werd door alle Nederlandse supermarkten overgenomen, maar we had den blijkbaar niet door dat mensen zelf wel zorgen dat hun groen ten niet worden geplet. Voorbij de kassa, bij het inladen in de tas sen, staan ze immers voor hetzelfde probleem. Ik vind daarom de huidige indeling bij Albert Heijn, met groenten vooraan, veel beter. Anderhalf jaar na de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam openden we in de Grote Houtstraat in Haarlem al een supermarkt van 560 vierkante meter, die ook in andere opzichten een vooruitgang te zien gaf. We hadden gemerkt dat de klanten bij vlees graag iemand in de buurt hebben die ze kunnen aanschieten. Daarom hadden we in de Grote Houtstraat een echte slager neergezet. Bovendien had den we veel werk van de aankleding gemaakt. De eerste super markt had nog een aparte etalage gehad, maar in de Grote Hout straat was de winkel zelf de etalage. Het plafond was lichtblauw geschilderd, niet echt Nederlands. Er hing een luifel boven de kaas- afdeling, er was een hoekje met bruine balken voor de Franse wij nen en de groentenafdeling heette ‘vitaminenbar’. Als snufje had den we een lopende band bij de kassa. En met snufjes zouden we

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 89