85 kopen. De kritiek van Packard is dan ook door weinig mensen overgenomen. Alleen in vakbladen voor groenteboeren en slagers werd heel lang gefoeterd op zelfbediening, vanuit de gedachte dat groenten en vlees zich daarvoor nooit zouden lenen. Die bladen hebben hun lezers daarmee een slechte dienst bewezen. Ik wed dat er honderden groenteboeren en slagers onnodig over de kop zijn gegaan omdat ze zich tegen elke vorm van zelfbediening bleven verzetten. Als een kruidenier over groenten en vlees spreekt, dan gaat het over de supermarkt. Wij waren met de zelfbediening niet de eerste geweest, maar dat wilden we wel zijn met de supermarkt. Ik zeg nu: prettig dat dat niet is gelukt, want in het bedrijfsleven kun je beter als tweede met iets komen, zodat je de fouten van de eerste niet hoeft te herhalen. Dat bleek ook hier. De primeur van de super markt in Nederland had nv Suco, die in mei 1953 in de Amster damse Kinkerstraat een groepswinkel startte met daarin een krui denier, een groenteboer, een tabakszaak, een melkboer en een snackbar. De bedrijfsleider ervan moest binnen een maand wor den afgevoerd naar Paviljoen Drie, waarna Dirk van den Broek het spul overnam. Op dat moment waren wij nog slechts plannen aan het smeden. De moeilijkheid was dat de Vestigingswet 1937 eiste dat je voor de verkoop van groenten en vlees gediplomeerde krachten gebruikte, wat ons op hoge kosten zou jagen. Midden jaren vijftig werd er echter gepleit voor een alomvattend diploma voor het levensmid- delenbedrijf en daarover ontstond binnen de ser een discussie. Het perspectief voor de supermarkt leek gunstig, zij het dat onze maatschappij zo is ingericht dat over dit soort onderwerpen tien tallen organisaties hun zegje mogen doen, waardoor de discussie zich jaren voortsleept. Wij wilden niet te lang wachten en dat is gelet op het verloop ervan ook verstandig geweest. In het nieuwe Vestigingsbesluit van 1961 was namelijk nog steeds geen sprake van

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 87