producten van fabrikanten die op de onze leken. Op zichzelf kwam dit goed uit, want die fabrikanten hadden de pest in dat wij zelf produceerden en leverden bij voorkeur aan kleine zelfstandigen. De cirkel werd rondgemaakt door die kleine zelfstandigen, die zich van fabrikanten afkeerden zodra zij met ons zaken zouden gaan doen. Zo waren de verhoudingen in die dagen; en ik weet dat bij voorbeeld een fabrikant als Hille daar het slachtoffer van is gewor den: hij wilde graag overstappen naar het grootwinkelbedrijf maar mocht dat niet van zijn afnemers, de kleine zelfstandigen. Bij ons was vooral oom Gerrit tegen de komst van merkartike len. Heel terloops, via de overname van Van Amerongen, waren merken als Droste, Van Melle en De Ruyter binnengehaald, maar oom Gerrit weigerde met name Douwe Egberts toe te laten. Hij vreesde dat Douwe Egberts marktaandeel van onze eigen koffie zou pakken. Op zichzelf had hij daarin gelijk, maar Legerstee en ik waren van mening dat we dat verlies meer dan goed konden maken door een grotere totaalomzet in koffie. Met Lederman als steun in de rug kregen we nu zijn fiat. Grappig was dat Douwe Egberts ook in een soort gewetensnood kwam te verkeren. Hun verkoopleider onderhandelde met iemand van ons, maar op de terugweg belde hij vlak voor Utrecht op: hij durfde niet, de grote Johan de Jong moest het maar zelf doen. Ligtenstein kon voor De Jong zowat op zijn knieën kruipen om de zaak rond te krijgen, en toen hij infor meerde hoeveel omzetpremie een bedrijf als Albert Heijn zou ont vangen, antwoordde De Jong afgemeten: “Ik zal eens in mijn tabel kijken.” De pil van Douwe Egberts werd verguld doordat Lederman tegelijkertijd een actie rond onze eigen koffie opzette, ons eerste merchandisingsproject. Hij wees erop dat mensen koffie alleen op prijs kochten, niet op smaak, terwijl smaak belangrijker was. Daar om liet hij onze koffieman Hermanides vier melanges samenstel len, die ieder een aparte smaak hadden (vol-aromatisch, mild en geurig, mild en krachtig, en pittig). Hieraan koppelde hij respectie velijk de kleuren goud, rood, groen en paars. Het was de bedoeling dat de klanten zelf zouden gaan bepalen welk kleurmerk het beste bij hen paste. Met de danser Donald Jones in advertenties en een 81

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 83