75
Dit beleid vereiste dat we als bedrijf meer aan de weg moesten
timmeren. Voor de presentatie van de zelfbediening in Schiedam
hadden we de hulp ingeroepen van het eerste particuliere pr-
bureau in Nederland, G.J. van Hulzen. Personeelschef Henk Engel
was daarmee aan komen zetten, tot teleurstelling van onze recla
meman Henk Valk. De zelfbediening was echter zo nieuw dat je het
publiek eerst moest voorlichten; je kon niet met reclame beginnen.
Bovendien was Valk een Karei Lotsy-type: hij geloofde in ronkende
peptalk. Zo eindigde hij zijn toespraken voor het personeel steevast
met de zinsnede: “Albert Heijn, Neêrlands grootste en voordeligste
kruideniersbedrijf.” Omdat wij toen kleiner waren dan De Gruyter
en zeker niet het voordeligste bedrijf genoemd konden worden,
was ik altijd bang dat de zaal in de lach zou schieten; één iemand
hoefde het maar op zijn heupen te krijgen. Ook herinner ik me dat
hij net voor mijn benoeming tot onderdirecteur met een helikop
ter over Nederland vloog om in een dertigtal plaatsen een bood
schappenmand af te geven. Die helikopter was een primeur, dus
prima, maar als Valk uit zijn ‘reuzewesp’, zijn ‘kolossale bromvlieg’,
zijn ‘gigantische libel’ stapte - dit soort synoniemen verzon hij -
dan zei hij tegen het ontvangstcomité: “Albert Heijn, Neêrlands
meest vooruitstrevende kruideniersbedrijf, laat zien wat straks
mogelijk de toekomst zal zijn: uw boodschappen per helikopter
thuisbezorgd!” Jaja, en zo is het gekomen.
Wij vonden dat de presentatie van het bedrijf nuchterder, zake
lijker moest. G.J. van Hulzen belegde met het oog daarop onze eer
ste persconferenties en organiseerde op een gegeven moment een
open dag voor journalisten, zodat ze bij iedereen konden binnen
lopen en vragen stellen. Van Hulzen leerde ons dat p r in wezen een
makkelijk vak is. Je hoeft niet alles te vertellen, maar wat je vertelt
dient wel waar te zijn. Liegen en draaien komt altijd uit, en dan had
je net zo goed je p r achterwege kunnen laten. Wij waren een van
de eerste bedrijven met een dergelijke aanpak en dat leverde veel
goodwill op. Je kunt het je bijna niet meer voorstellen, maar wij
werden tot die tijd nooit bij name genoemd in de krant. Om de
kruidenier op de hoek niet te irriteren werd er steeds gesproken
over ‘een grootwinkelbedrijf uit Zaandam’ (waarvan Simon de Wit
meeprofiteerde).