vader en oom, met een rijdende winkel, waarin hij zeven artikelen verkocht, tegen bedragen die gemakshalve op een nul of een vijf eindigden (bij prijsverhogingen werd het gewicht verminderd). Van de vaste prijzen van fabrikanten trok hij zich niets aan, ook niet toen hij echte winkels opende, zodat die fabrikanten behoor lijk de pest in kregen. Maar Duttweiler werd groot door tegenwer king. Toen de fabrikanten hem weigerden te beleveren, zette hij eigen fabrieken op. Toen de kranten weigerden zijn advertenties te plaatsen, begon hij een eigen krant (Die Tat). Op dezelfde manier kreeg hij een eigen uitgeverij, een eigen rederij, een eigen bank en een eigen raffinaderij. Hij heeft zelfs een politieke partij gesticht, waardoor hij zijn ideeën in de Bundeskammer kon uitdragen. Welke kant die ideeën opgingen, illustreert het feit dat hij in 1941 zijn bedrijf nagenoeg aan zijn klanten weggaf door hen voor een luttel bedrag aandelen te laten kopen. Nadien werd het bedrijf geleid als een ‘Genossenschaft’, waarbij de directie werd verplicht om jaarlijks een half procent van de omzet te spenderen aan soci- aal-culturele doelen. Wir Brückenbauer, zo heette het klantenblad van Migros. In Zwitserland was iedereen voor of tegen Duttweiler. Hij was een grote, zware vent met een enorme drang om het lot van de mensheid te verbeteren via de levensmiddelenhandel. Die drang verliet hem geen tel, want hij weigerde alcohol en tabak te verko pen en leefde zelf sober: hij reed in een Fiatje 500, waar hij met de grootste moeite in kon. Ik prees mezelf gelukkig dat ik een kamer naast hem kreeg, een soort hondenhok, en regelmatig bij hem werd geroepen voor wat theoretische uiteenzettingen. In een zan gerig Schwyzer Dutsch (ik leerde het harde Pruisische accent dat ik van onze Duitse inkwartierders had overgenomen maar snel af) sprak hij dan wijsheden als: "Das Kapital muss den Volksganzen die nen en “Ausseren Wohlstand muss zum inneren Reichtum werden”. Een hele mooie vond ik: Was im Gange ist, das ist die Aufwertung des kleinen Mannes als Kraft im Wirtschafstleben und, was viel wich- tiger ist, als Mensch” Dit waren geluiden die in onze dagen mis schien gemeengoed zijn, maar toen beslist niet. Hoe overweldigend Duttweiler ook was, ik was het in lang niet 52

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 54