Ik begon op i september 1949 met een stage in het filiaal P.C.
Hooftstraat in Amsterdam bij chef Zwart. Commissies klaarma
ken, vlees afsnijden, zakken vouwen; de dagelijke routine. Het
moeilijkst was het zakken vouwen. Een suikerzak diende zo strak
gevouwen te zijn dat hij een gooi naar de andere kant van de win
kel hoorde te doorstaan. Ik heb heel wat suiker van de vloer moe
ten opvegen. We zaten toen nog midden in de levensmiddelendis
tributie; van alles was op de bon. Op een middag was ik in het
kantoortje achter de winkel bonnen op grote vellen aan het plak
ken, waarmee wij dan nieuwe voorraden bij Voedselvoorziening
konden bestellen. Er kwam een pensionhouder uit de buurt langs,
die me aankeek en zei: “Das ook stom werk.” “Ach,” antwoordde ik,
“voor iemand met de h b s is het wel op te brengen.” En hij weer:
“Verroest, heb jij de hbs? Man, smeer hem dan, ik heb wel wat
beters voor je te doen.” Alsof het leven van een pensionhouder
zoveel interessanter was! Hij vergat bovendien dat in die tijd bijna
alle mensen op kantoren en in fabrieken geestdodend werk had
den, waarbij ze nog moesten zwijgen ook.
Hetzelfde vooroordeel ontmoette ik bij het uitbrengen van de
boodschappen. De klanten vroegen of je voor een onsje rookvlees
langskwam en accepteerden dat dan met een air alsof ze hun
kroonjuwelen terugkregen. Een bijzondere herinnering bewaar ik
aan een pensionhoudster bij wie ik een verkeerde bestelling moest
goedmaken. In het pension dat ze dreef, woonde een meisje met
wie ik sinds mijn periode aan de universiteit contact had, Simone
Haver Droeze, die een ernstige geboorteafwijking had: ze was nau
welijks 1.30 m. groot en had haar beide benen in beugels ik heb me
altijd an gevoeld met lotgenoten). Toen ik me in een wit jasje bij de
dienstingang van het pension in het souterrain meldde, kreeg ik
van de pensionhoudster ongenadig op mijn donder, totdat ze zag
wie ik was. Ze vroeg: “U komt toch ook weleens boven?” Meteen:
“U”. En ik mocht door de voordeur naar buiten.
Van de P.C. Hooftstraat ging ik naar Pearks en Maypole van
Allied Suppliers in Londen, een combinatie van filiaalbedrijven
waarin Unilever een belang had. Ik viel meteen voor Londen, al
was het maar doordat je daar als buitenlander voortdurend
50