Wij kregen inkwartiering van enkele Duitse officieren, die beneden in de zitkamer bivakkeerden. Het waren geen onaardige lieden; ik zou aan hen nog een zwaar Pruisisch accent overhouden. Mijn vader weigerde echter die officieren te groeten en liep hen in de gang stram voorbij. Hij begon ons ook steeds vaker te vertellen wat er allemaal op de zaak gebeurde, en dat was niet best. Door de oorlog kwam een grootwinkelbedrijf als Albert Heijn behoorlijk in de knel te zitten. De distributie die werd ingevoerd, ontnam het bedrijf nu juist dat strijdmiddel waarvoor het in de markt was: lagere prijzen door voordelige inkoop en eigen produc tie. Albert Heijn werd een doorgeefluik van wat de distributieka nalen aanvoerden. Als grootwinkelbedrijf kon Albert Heijn ook geen artikelen zwart verkopen, want dat zou administratief niet te verwerken zijn geweest. Omdat kleine zelfstandigen het hierin makkelijker hadden, verloor het grootwinkelbedrijf marktaandeel aan hen. Albert Heijn wist nog aardig te scoren met een koffiesur- rogaat genaamd Smalsko (‘Smaakt als koffie’) maar verder viel er nauwelijks eer te behalen. De schappen en winkelbakken raakten steeds leger, terwijl de rantsoenen steeds lager werden. En dan waren er de moeilijkheden met de bezetter, zoals intimi daties, confiscaties en de gedwongen tewerkstelling van 180 jonge personeelsleden in Duitsland. Ook intern waren er onaangename momenten. De bedrijfsleider van de suikerwerkfabriek was een Duitser, en die had het bestaan op de eerste oorlogsdag in een bruin uniform met hakenkruis op het werk te verschijnen. Toen Nederland capituleerde stak hij zelfs de nazi-vlag uit, wat hij beter niet had kunnen doen, want hij werd prompt door zijn landgeno ten gemobiliseerd en we hebben sindsdien nooit meer iets van hem vernomen. En later ontpopte zich een filiaalchef in Leiden als n s b - er, plus de chef van het Centraal Magazijn, die overigens goed werk deed door te waarschuwen als er razzia’s kwamen. Een neef van vader uit Oostzaan, die net als hij Jan Heijn heette, was al lid van de n s b en dat was tamelijk vervelend, want hoewel hij nooit mensen heeft verraden, werden zijn opvattingen door sommigen over de hele familie uitgelegd. Gelukkig bleef het bedrijf zuiver op de graat, wat na de oorlog officieel is bevestigd. In de kelders van de fabriek 40

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 42