Erfgenamen 2 p B i'> die Inkl tent bed tin.i triel hee E die dat hoe ken Ik v gen de i ko< ma koi libe pat Me De Zaanstreek is eigenlijk het merkwaardigste gebied van Neder land en toch is het de meest Nederlandse streek die er is. Als bui tenlanders het over Nederland hebben, denken ze aan wijde pol ders met groen geschilderde houten huisjes erin, die enigszins uit het lood staan, omdat ze op de ‘kleef’ zijn gebouwd. Ze denken aan dorpen die met hun grachtjes en bruggetjes op steden lijken en zelfs in nieuwbouwbuurten de herinnering oproepen aan oude ambachten. De mensen die er wonen zijn vriendelijk en beschei den en reageren op onthutsende berichten vaak met: “Dat zal toch niet waar wezen”. Maar tegelijk zeggen zij elkaar op een ongezou ten en bonkige manier de waarheid, alsof ze maling hebben aan iedereen. Ziedaar: de Zaanstreek (ziedaar: Nederland). Er heeft geen adel in de Zaanstreek gezeten en ook het gilden- wezen is er altijd weggebleven. De Zaankanters hebben nooit het soort hiërarchie en groepsdwang gekend dat maakt dat mensen zich uit lijfsbehoud bekwamen in strijkages en plichtplegingen. Doordat de gilden wegbleven kon de streek in de zeventiende eeuw zelfs het eerste industriegebied ter wereld worden, als buitenpost van de stapelmarkt in Amsterdam. In die stad hielden de gilden de bouw van molens tegen, zodat de veredelingsindustrie, die bij de stapelmarkt hoorde, moest uitwijken naar de andere kant van het IJ. Mensen met een afwijkend geloof, die uit overheidsdienst wer den geweerd, roken hun kans en vestigden zich met honderden tegelijk aan de Zaan. Vooral doopsgezinde ondernemers, met hun spreekwoordelijke ijver, zuinigheid en gereserveerde lachjes, zou den een stempel op de streek drukken. Het is daarbij van belang geweest dat zij er geen baronnen en jonkheren aantroffen, waar door zij niet met hun kastelen hoefden te concurreren, zoals doopsgezinde fabrikanten in Twente hebben gedaan. 28 U.el III. 1.1 1 hie ,/.i. del de

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 30