daarbij 2,2 miljoen gulden voor de helft van de gewone aandelen, wat overigens een minderheidsbelang was, want tweederde van alle uitstaande aandelen bleef preferent. Het schijnt dat mijn grootvader na de ondertekening tegen zijn opvolgers heeft gezegd: “Hier heb je de zaak en je houdt haar maar draaiende.” Toch liet hij zijn schepping niet los. Als president-com- missaris verscheen hij tot eind jaren dertig wekelijks op kantoor en hij bleef ook lange tijd het ceremoniële hoofd van het bedrijf. Zo doteerde hij persoonlijk 50.000 gulden, waarmee in 1925 de Veree- niging tot behartiging van de Personeelsbelangen van Albert Heijn nv werd opgericht, het huidige Pensioenfonds. Destijds organi seerde de vereniging ook allerlei ontspanningsavonden. Zij bracht zelfs een compleet fanfarecorps op de been, dat furore maakte tij dens wedstrijden met andere bedrijven. Mijn grootvader zal geno ten hebben van de optredens van dat corps; in gedachten nam hij ongetwijfeld de kornetpartij voor zijn rekening. Zijn hoogtepunt als president-commissaris beleefde mijn grootvader tijdens het gouden jubileum van het bedrijf op 27 mei 1937. Als geschenk aan het personeel had hij een fraai Ontspan- ningsgebouw aan de Oostzijde laten neerzetten, dat als kantine en aula voor de Personeelsvereniging diende; het was lange tijd de mooiste zaal van de Zaanstreek. Ik herinner me dat gebouw pre cies, want mijn broer Gerrit Jan en ik hebben de eerste steen ervan gelegd. Ik herinner me trouwens die hele dag precies. De herauten die mijn grootvader en mijn grootmoeder aankondigden, de bloe menhulde van het personeel, de onthulling van een borstbeeld van mijn grootvader; en burgemeester In ’t Veld die in zijn toespraak zei: “Het gaat den weg uit, dat Albert Heijn zijn landgenoot Piet Hein in populariteit zal overtreffen.” Tijdens de receptie die daar op volgde, hing ik wat rond met mijn broer en de kinderen van oom Gerrit. Af en toe keek ik naar mijn grootvader, die met een broze beminnelijkheid het middelpunt van de festiviteiten vorm de. Voor het eerst werd ik me bewust van de geschiedenis van het bedrijf en de rol die mijn grootvader daarin had vervuld. 25

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 27