253 vraag of er geesten in het kasteel schuilen. Zelf heb ik een sterke herinnering aan een etentje ter gelegenheid van Abs negenenzes tigste verjaardag. We zaten met het hele huishouden, zo divers als het is, in een piepklein sterrenrestaurant in de buurt. Tussen de gangen verdween driekwart van het gezelschap naar een zijkamer tje om een sigaretje te roken, zodat de rest wat bedremmeld achter bleef. Op de terugweg - er was een speciaal busje gehuurd - draai de Monique zich naar me om en zei: “Geef nou maar toe dat je ons rare mensen vindt.” Tijdens het bustochtje, waarbij we toch al op onszelf werden teruggeworpen door de spiegelende ruiten om ons heen, had ik inderdaad rare associaties: bootje op zee, karavaan in de nacht, ‘man is a lonely hunter’, maar alles was goed. Dit boek is eveneens merkwaardig tot stand gekomen. De bedoeling was dat ik een wetenschappelijke biografie zou schrij ven, maar Ab is zo weinig ijdel dat hij zijn volledige corresponden tie en vrijwel al zijn interviews met kranten heeft weggegooid. Een portret en een levensgeschiedenis was het maximum haalbare. Met mijn voorstel om daarvoor de ik-vorm te kiezen, omdat de hij vorm bij een levend iemand makkelijk op een hagiografie uit draait, ging hij direct akkoord, hoewel dat betekende dat ik hem dicht op zijn huid zou zitten. Ab kan zoiets weinig schelen. Door zijn vele reizen in de Verenigde Staten is hij bekend met het genre corporate biography en hij heeft zelf in Nederland gepionierd in p r wat in de beginjaren een avontuur in de grootst mogelijke open heid was. Voordat de lezer zegt: “Er zal wel weer het nodige zijn weggelaten”, zeg ik: “Er is in dit boek niets weggelaten, tenzij de dis cretie dat gebood die bij Abs generatie hoort.” En die generatie spreekt nooit over geld en sex (het woord alleen al!) en beschrijft een Alzheimerpatiënt bij voorkeur als iemand die in de war is en een alcoholist als een al te gretige innemer. De kwestie of deze memoires geautoriseerd of ongeautoriseerd zijn is in dit licht onbelangrijk. Formeel gesproken gaat het om een geautoriseerd boek, maar in die trant hebben we niet gewerkt. Onze werkwijze laat zich nog het best vergelijken met die van de filmindustrie. Ab was de producent en ik de regisseur en scenario schrijver, althans voor het grootste deel. Zonder dat zij het besefte.

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 271