da w; d< d. g g I I I steeds erger zou worden. Daarbij kwam dat hij niet echt een tycoon was, maar een progressieve zakenman die goed geboerd had en zich nu wat meer rust kon veroorloven. Zijn toekomstige opvolgers stonden ook al klaar. Zijn 32-jarige schoonzoon Johan Hille, getrouwd met zijn dochter Trijntje en al zeven jaar aan het bedrijf verbonden, had het gevoel voor levensmiddelen meegekregen van zijn vader, een van de oprichters van de vermaarde Hille’s Beschuitfabriek. En zijn eigen zoon Gerrit werkte sinds drie jaar bij het bedrijf, nadat hij de driejarige Handelschool had gedaan; hij bleek op zijn vijfentwintigste al een zeer goede inkoper en winkel- controleur te zijn. De enige die zich nog moest bewijzen was zoon Jan, 23 jaar oud, die net uit dienst was gekomen maar de vijfjarige Handelschool achter de rug had en net als zijn broer letterlijk in de winkel was geboren. Het toeval wilde dat margarinefabrikant Anton Jurgens, later een van de oprichters van Unilever, het plan had opgevat om ‘den detailhandel in Holland te beheerschen’, opdat hij zijn margarine makkelijker kon afzetten. Op zichzelf was dit een raar plan, want Nederland telde toen wel vijftigduizend kruidenierswinkels en die kon hij nooit allemaal onder zijn hoede krijgen. Jurgens was des ondanks met De Gruyter in zee gegaan, die andere winkelketens aan zich moest zien te verbinden. In november 1917 was De Gruy ter bij mijn grootvader gekomen met het voorstel om Albert Heijn over te nemen. Dat ging mijn grootvader te ver, maar hij liet De Gruyter wel een bod uitbrengen op ‘het doode punt’, oftewel vijftig procent, van een op te richten Albert Heijn n vHij belegde vervol gens met Johan Hille en zijn beide zoons een bijeenkomst met directeur Van Tienhoven van de Rotterdamsche Bank op de Indus triële Club in Amsterdam. Zelf had hij wel oren naar het genoem de bedrag, zei mijn grootvader, maar Van Tienhoven bezwoer hem: “Niet verkopen.” Hoewel De Gruyter hiermee van de baan was, zette mijn groot vader door. Kort daarop kwam namelijk Jurgens zelf met een bod en dat accepteerde hij. Op 29 april 1920 werden bij notaris Van Holk de statuten getekend van de nv Maatschappij tot Exploitatie der Fabrieken en Handelszaken van Albert Heijn. Jurgens betaalde 24 Ji i hi 111 N SL /I t< O I II V I I I I

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 26