245
diep in de buidel te tasten en Pudleston helemaal in de stijl terug te
brengen van Chatwick, wat betekende: gespannen behang, hemel
bedden en een typisch Engels kleurenamalgaam (rose, wijnrood,
beige), waarover Monique de regie heeft gevoerd zonder dat het
ergens kitscherig is geworden.
Nu, na drie jaar is Pudleston af. Als ik op 25 januari 1997 zeventig
word, is het gedaan met mijn commissariaten. Omdat het niets
voor ons is om de hele dag boekjes te lezen, hebben we voor de lol
iets nieuws opgestart: de bouw van een restaurant in Hereford, dat
zeker zo goed als d’ Swarte Walvis moet worden. Gelukkig gebeurt
dat op tien kilometer van ons vandaan, zodat we gevrijwaard zijn
van het geklop en gehamer dat ons al die tijd heeft gekweld. Op
Pudleston heerst rust! Ik zit op mijn Pace Saver (ik hou wel van
aardige marketing: zo’n ding bespaart je stappen, wat zelfs een
honderd-meterloper moet aanspreken) en rij door de hal van het
kasteel naar buiten. In het hek eromheen en in de regengoten heeft
Monique de letters A en M laten aanbrengen. Het kasteel is inder
daad van niemand anders dan van ons. Op het terras kijk ik uit
over een groene vallei en bossen en als ik naar boven ga zie ik een
paar huisjes, een binnenzwembad, een conferentiezaaltje en een
paardenstal, allemaal in de toon van de streek. Wat moet ik nog
meer wensen?
Vaak logeren vrienden en familieleden bij ons. Mijn zoon Ab en
zijn vrouw Margreet hebben sinds kort een dochter, Sabine, waar
door ik nu ook grootvader ben. Ab en zijn vrouw zijn allebei die
renarts en laatst was ik op een grote landbouwtentoonstelling in
Engeland, waar iemand mij vroeg: “Bent u nou de vader van die
dierenarts?” Ik vond dat enig, maar realiseerde me ook dat ik mijn
langste tijd heb gehad. Toch kan ik zeggen dat, ondanks alle tegen
slagen en strubbelingen, het geluk met mij is geweest. Wat er in
Afrika, in Bosnië en in Tsjetsjenië gebeurt, je wordt er doodziek
van, maar het stukje van de wereld waarin ik actief was, heb ik een