244 enrode in september 1992. Dat ik een eredoctoraat kreeg was voor twee Utrechtse wetenschappers aanleiding om hun doctorsbul in te leveren, en uiteindelijk toch maar niet, want zij wilden proteste ren tegen de vermenging van bedrijfsleven en de academische wereld. Wat heb je toch rare mensen. Everaert werd een jaar na mij tot eredoctor benoemd door de Erasmus Universiteit en daar klaagde niemand over, netzomin als bij al die anderen uit het bedrijfsleven en de politiek wie die eer te beurt is gevallen. Maar goed, Monique wilde nog wel naast mij in de zaal zitten, maar zou er bij de receptie tussenuit zijn gepiept als Neelie Kroes haar niet aan de mouw had getrokken. Ze had er duidelijk moeite mee om zich als mevrouw Heijn te gedragen en daar was maar één remedie tegen: mevrouw Heijn worden. We trouwden op 5 december 1992 in het gemeentehuis van Bloe- mendaal. Daarna kwam de vraag aan de orde waar we zouden gaan wonen. De Wiltzangk was te wit voor Monique; ze wilde het liefst in Engeland blijven en ikzelf heb altijd de reputatie gehad een an glofiel te zijn. We kochten een appartement in Heemstede en gin gen op zoek naar een huis in Herefordshire. Dat werd geen huis maar een kasteel: Pudleston Court, een gigantisch project. Pudles- ton Court is halverwege de negentiende eeuw gebouwd door een textielfabrikant genaamd Chatwick, maar als je het ziet denk je aan een middeleeuws slot, iets als The Tower of London. Ik hoefde er nog niet de helft voor te betalen van wat ik voor De Wiltzangk kreeg, maar dat werd later meer dan goedgemaakt. Voordat het in ons bezit kwam, had er een tuchtschool (en daarvoor een r a f -zie kenhuis) in gezeten, waardoor het een uitgewoonde troep was. Zelf ben ik altijd zunnig geweest; ik heb Monique nog weleens voorge steld om de boorden en manchetten van een overhemd van mij bij een kleermaker in Den Haag te laten keren. Monique is veel mak kelijker met geld, en dan hoeft het heus niet om haarzelf te gaan. Als zij een reportage over een weeshuis in Oost-Europa ziet, doet ze een storting. Ook heeft zij ervoor gezorgd dat het dorpje Pudleston weer een schoollokaal heeft, waarmee wij tegemoetkwamen aan de verplichting die rust op het lordship dat aan het huis verbonden is (men mag ons Lord en Lady Pudleston noemen). We besloten eens

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 262