234
Alles bij elkaar genomen, geloof ik dat Ahold na mij een zelfbe
wustere uitstraling heeft gekregen. Misschien is het gewoon de tijd
waarin we leven, want sinds het Ijzeren Gordijn is gevallen, beseft
iedereen dat er geen echt alternatief voor ons stelsel van onderne
mingsgewijze productie bestaat en geniet het bedrijfsleven meer
aanzien dan ooit. Maar het lijkt erop dat de huidige bestuurders
van Ahold niet eens meer weten dat onze branche een nare klank
gelijkheden hadden gezocht, wist Ahold enkele slagen te slaan. In
1992 kwam in Portugal een joint venture tot stand met Jerónimo
Martins van de familie Santos, die verbluffend veel energie bezat.
De familie bracht een keten van vijftig supermarkten in, maar
ijverde meteen voor de overname van twee andere ketens, waar
door Jerónimo Martins binnen een jaar honderdvijftig winkels tel
de, waaronder enkele hypermarkten, en de omzet op 1,6 miljard
gulden kwam. Verder pleegde Ahold een ‘educatieve investering’ in
Tsjechië, door na de instorting van het communistisch regime zelf
een winkelketen op te zetten, Mana, hoewel we ons hadden voor
genomen dat nooit meer in het buitenland te zullen doen. Het ziet
er inmiddels naar uit dat Mana toch meer dan een educatieve
investering zal worden.
En niet te vergeten: Albert Heijn. Is het niet een wonder hoe ver
nieuwend Albert Heijn blijft? Onder Jan Andreae is de hele toele
vering op haar kop gezet: niet langer bepalen de distributiecentra
de aanvoer maar de scankassa’s, waardoor de levertijd is bekort van
24 naar 18 uur. Denk ook aan de zelfscanners, die in steeds meer
winkels doordringen. En onlangs heeft men aan het Soendaplein
in Haarlem een totaal nieuw concept gelanceerd, met een ‘voor-
deelstraat’ aan de buitenkant, daarbinnen een cirkelvormige uit
stalling van artikelen naar ‘consumptiemoment’ en in het midden
een ‘verwenplein’ met een koffiecounter, een interactief terras en
een kok die maaltijden uit AllerHande klaarmaakt. Hoewel ik er
niets mee te maken heb, belde Erik Muller, hoofd pr van Albert
Heijn, mij spontaan op om te vertellen hoe enthousiast het publiek
had gereageerd. Dat hij mij opbelde, zei me het meest: men heeft
bij Albert Heijn nog steeds een onbedaarlijk plezier in het vak.