Op i september 1989 zou ik veertig jaar bij de baas zitten. Naar een mens gesproken komt een dergelijk jubileum tegenwoordig niet meer voor, en daarom wilde ik het persé halen. Op die dag zou ik meteen afscheid nemen. Wat moet ik over mijn afscheid vertellen? Dat ik er geen uitnodiging voor heb ontvangen? Een klein foutje. Verder was het een vlekkeloze en ontroerende gebeurtenis, waar van mijn wang- en oogspieren moe werden. Ik kreeg natuurlijk de geijkte videocamera en schildersezel overhandigd, alsof het echte leven nu pas zou beginnen (ik heb er nog niets mee gedaan) en moest in Huis ter Duin in Noordwijk, waar duizend mensen bij waren, loftuitingen aanhoren waar mijn oren inderdaad van gin gen tuiten: ‘De vader van de Nederlandse supermarkt’, ‘de beschei den man die van een kruideniersbedrijf een internationaal dien stenconcern heeft gemaakt’, ‘de aimabele vredestichter tussen detaillisten en fabrikanten’,‘het geduldige trekpaard van de streep jescode’, enzovoorts. Mijn vriend Mike O’Connor en zijn opvolger bij het fmi, oud-minister Bob Alders, herinnerden eraan dat ik in dat jaar als eerste niet-Amerikaan de meest prestigieuze prijs in de branche, de Sidney T. Rabb Award, had ontvangen én als zesde ‘personality’ in rij in de Hall of Fame van de Grocery Manufactu rers of America was opgenomen. Burgemeester Ouwerkerk van Zaanstad kwam mij het ereburgerschap van zijn stad aanbieden en minister Rudolf de Korte hing mij de versierselen om die horen bij het Commandeurschap in de Orde van Oranje Nassau. Wat een eerbetoon! De warmte die je op zo’n dag ontvangt, grijpt je het meest aan. Ik had de relaties gevraagd mij geen cadeau te geven maar bij te dragen aan een actie van Rotary, die uit mijn hart was gegrepen: ‘Polio de wereld uit’. Te bedenken dat ik een leven lang heb geleden aan iets wat tegenwoordig met een enkel spuitje kan worden ver meden! Tot mijn genoegen kwam er een ton voor Rotary binnen. De raad van bestuur had als aardige geste een permanente beurs in het leven te roepen, waarmee familieleden van Ahold-medewer- 231

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 249