Het heeft mij altijd verbaasd dat in boeken zelden iemand naar de
wc moet. In het boek van mijn leven komt zo’n scène wel voor. De
plaats van handeling was bij Paul Fentener van Vlissingen thuis in
Neerlangbroek. Paul is een vermakelijke man, zeer beschaafd en
onderlegd, en we waren op zijn initiatief aan een serie gesprekken
begonnen over een mogelijke flirt tussen Ahold en s h vHij zag
wel wat in een bundeling van zijn Makro-groothandels en onze
supermarkten, waardoor hij bovendien vrij terloops een beursno
tering kon krijgen. Nu leverde zo’n fusie in zichzelf concurrentie
op, dus dat was weinig zinvol, maar Paul kan op een aimabele
manier land en zand aan elkaar praten en opperde meteen een
komst; de aanschaf van de aandelen werd op naam van Credit
Suisse gesteld. Enkele dagen later maakten we bekend wat er was
gebeurd, waarna Albada Jelgersma ontplofte. Hij schold Vos uit en
begon een gerechtelijke procedure, die hij verloor omdat hij Vos, zo
oordeelde de rechter, alle vrijheid had gegeven. Wij konden ons
belang in Schuitema uitbouwen met nog eens enkele pakketten,
zodat we op 72 procent kwamen te zitten.
Tijdens het weekend in het advocatenkantoor had Vos gesteld:
“Jullie mogen als aandeelhouder niks zeggen.” Ik corrigeerde: “Als
aandeelhouder mogen wij natuurlijk alles zeggen, maar we zullen
ons niet met de dagelijkse gang van zaken bemoeien.” Dat was een
werkbaar idee. We hadden met Simon de Wit gemerkt hoe lastig
het is om binnen één concern twee supermarktformules te hante
ren, zonder vroeg of laat te bepalen welke het beter deed en die dan
te gaan bevoordelen. Als we alles bij het oude lieten, konden de
twee ketens zich aan elkaar blijven meten. Het is duidelijk dat dat
voor Schuitema de juiste optie is geweest, want met tweehonderd
supermarkten halen ze een omzet van bijna vier miljard gulden,
goed voor een marktaandeel van tien procent. En die tien procent
komt óp het marktaandeel van Albert Heijn van 27 procent. De
slotsom is voor Ahold.
223