vervanging van de hondenkar. Het schijnt dat hij bij het oefenen
rond de tafel in de huiskamer nog lelijk op z’n gezicht is gegaan,
maar die fiets vergrootte zijn actieradius enorm. Op hetzelfde vlak
ligt de overgang van de roeiboot naar de motorboot, en van de
handkar naar de vrachtauto, die hij heeft meegemaakt. Logistiek
werd het dus mogelijk om een ketenbedrijf op te zetten. Maar
waarom hij dat dan heeft gedaan en zoveel anderen niet?
Misschien voelde hij zich geprikkeld door zijn vader Jan
Simonsz. Heijn. Dat was een kale man met een lange vlassige
baard: een typische verschijning uit de negentiende eeuw, van wie
je niet zou denken dat hij tot initiatieven in staat was. De werke
lijkheid was anders. De Heijnen waren vanaf stamvader Gerrit
Heijn (die leefde tussen 1645 en 1690 in Koog aan de Zaan) steeds
mensen van ‘een stil en gerust leven’ geweest, die nauwelijks sporen
hebben nagelaten. Jan Simonsz. Heijn trouwde echter met een
dochter van een rijke veehouder, Albert de Ridder, wat niet alleen
zijn financiële situatie verbeterde. Hij werd ambitieus. Hij liet zich
benoemen tot wethouder van de gemeente Oostzaan en richtte in
zijn dorp een stoombootmaatschappij en een brandwaarborg-
maatschappij op. De winkel, die al zo’n vijftig jaar in de familie
was, deed hij eigenlijk vrij achteloos over aan zijn zoon Albert,
opdat ook deze in zijn levensonderhoud kon voorzien.
Welnu, ik stel me zo voor dat Albert zijn vader heeft willen
bewijzen dat die winkel alleszins de moeite waard was. Hij had ook
de middelen daartoe. De familieoverlevering wil dat hij in 1912
60.000 gulden zou erven van zijn vader. Bovendien was Neeltje een
dochter van een eveneens rijke De Ridder, dijkgraaf Gerrit de Rid
der, die zijn kinderen in 1910 ieder 21.000 gulden zou nalaten. Hoe
wel Albert op het moment dat hij met zijn winkelketen begon niet
veel geld had, was hij in aanleg een bemiddeld man, en wellicht
verklaart dat zijn unieke keuze voor luxere winkels. In elk geval
hoefde hij nooit enghartig te denken. Hij had zich kunnen beper
ken tot lokale activiteiten zoals zijn vader deed, maar hij koos uit
drukkelijk voor landelijke. Hij had dezelfde tomeloze idealen als
zoveel startende ondernemers van zijn generatie, die allemaal
behept waren met een heilig geloof in vooruitgang en groei. Je
21