National. De winkels in Ohio hadden als slagzin: “First class shop
ping for total lower costs”, wat overeenkwam met de aanpak van
Albert Heijn. En op sociaal terrein was First National zeer vooruit
strevend. Cleveland is in het verleden door Standard Oil van Roc
kefeller welvarend geworden, maar in de jaren zestig begon de
neergang. Bedrijven trokken weg, er vonden gemene rassenrellen
plaats en ‘on top of it all’ vloog de rivier die door de stad loopt in
brand, als om aan te geven dat er iets fundamenteels mis zat. Wat
deed First National? Het zette midden in het zwarte getto, waar alle
winkeliers uit waren gevlucht, een formidabele supermarkt neer
om het verval te stoppen. Het brein achter deze gentrification’ was
Bogomolny, met wie we zeer ingenomen waren; hij zou onze eerste
Amerikaanse commissaris worden.
Alleen de gang van zaken in de oostelijke divisie van First
National baarde ons zorgen. Sterker nog: naar aanleiding daarvan
hebben we weleens gedacht dat we First National voor de kat z’n
achterlicht hadden gekocht. In New England heerste na de beurs
krach zo’n hardnekkige recessie dat de klanten de winkels van First
National begonnen te mijden. Pas toen we daar overgingen op een
discount-achtige formule, Edward’s, konden we terrein terugwin
nen. Later hebben we de Edward’s helemaal verzelfstandigd, waar
mee we twee Amerikaanse dochters voor de prijs van één hadden.
In Nederland kregen we een concurrent als partner, of zo men wil:
een partner als concurrent. Ik was op Curasao en werd gebeld door
Fritz Ahlqvist, die vertelde dat Ide Vos van Schuitema ons te hulp
had geroepen. Vos zat te ruziën met Erik Albada Jelgersma van
Unigro. Albada Jelgersma had zonder iets te zeggen veertig pro
cent, later zelfs 45 procent, van de Schuitema-aandelen vergaard en
wilde Vos nu dwingen tot een fusie of een overname. Ik kon me
voorstellen dat Vos daar niet aan wilde, want beide heren liepen
qua karakter nogal uiteen. Vos was een ruige maar uitstekende
kruidenier, wiens enige lol buiten het vak bestond uit lange zee-
221