J
Sinds de verdwijning van Gerrit Jan zat ik weer de vergaderingen
van de raad van bestuur voor en nam ik ook zijn andere taken over.
Ik geloof niet dat we als raad van bestuur één tel minder slagvaar
dig zijn geweest; integendeel, we vonden het juist prettig dat we iets
te doen hadden. Gerrit Jan was net een maand weg, toen op de
beurs Zwarte Maandag uitbrak, waardoor veel bedrijven in één
klap dertig tot vijftig procent minder waard werden. Iedereen keek
na de krach de kat uit de boom, maar wij maakten van de gelegen
heid gebruik om een derde keten in Amerika te kopen: First
National Supermarkets.
First National Supermarkets, Finast in de wandeling, had zijn
basis in Cleveland en bestond uit een divisie in Ohio en een divisie
in New England. Ze werden als zoveel Amerikaanse bedrijven in
mentaliteitskwestie, en dat wordt weer bepaald door hoe je familie
in elkaar steekt en welke ambities zij heeft. Mijn vader en oom
waren maar met z’n tweeën en moesten daardoor wel buitenstaan
ders in de top van het bedrijf halen. Het gezegde luidt: ‘Vreemde
ogen dwingen’ en dat heeft zeker gegolden voor hun president-
commissaris professor Verrijn Stuart, die een van de beroemdste
economen van Nederland was (hoewel ik me hem vooral herinner
als een heel klein en bejaard mannetje, dat verschrikt reageerde
toen hij een keer bij ons thuis kwam en onze Deense dog een poot
op zijn schouder legde). Om een of andere reden raakten mijn
vader en oom ervan overtuigd dat het bedrijf sneller moest groei
en dan de winsten toelieten en Verrijn Stuart heeft toen het idee
van de open vennootschap geopperd.
Is eenmaal zo’n stap gezet dan gaat de rest meestal vanzelf. Kijk
maar naar Philips, dat een zelfde ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Er komen nog meer buitenstaanders in de leiding, er wordt nog
meer vreemd kapitaal aangetrokken, en op het laatst ben je als fa
milie slechts bestuurder naast andere bestuurders. En dan komt er
een moment dat ook dat ophoudt.
219