afstandsbediening moest nemen, zodat hij bij aankomst en vertrek niet uit zijn auto hoefde te stappen, want juist dan ben je het kwets baarst. Maar Gerrit Jan wilde zijn humeur niet door dit soort din gen laten vergallen en keek me slechts beschimmeld aan als ik er over begon. Tijdens de feesten in de Irenehal kregen we vanuit de Amster damse rosse buurt te horen dat er iemand op ons loerde. Ik werd daarom rondgereden in een gepantserde auto en had bodyguards om mij heen, hoezeer ik dat ook haat. Gerrit Jan schijnt naar aan leiding hiervan nog wel aan het hoofd van onze beveiligingsdienst, Daan Rouw, gevraagd te hebben hoe hij zich had te gedragen wan neer hem iets overkwam. En Daan Rouw antwoordde: “Met digni ty'’ Want als slachtoffer kun je je situatie alleen maar verergeren als je tegenwerkt of de held probeert uit te hangen. Toch was ook dit voor hem geen signaal om zijn tuin en zijn garage minder toegan kelijk te maken. Een paar uur na de vondst van Gerrit Jans auto belde ik Control Risk op, die de volgende ochtend een mannetje stuurde. Om te voorkomen dat de ontvoerders nóg iemand van ons konden gijze len, wat de afpersing zou vergemakkelijken, kwamen Hank en haar kinderen met aanhang bij ons op De Wiltzangk logeren. Volgens de beveiligingsleer moet je proberen geen gemakkelijke prooi (so/t target) te worden. Daarom werd meteen binnen Ahold een apart team gevormd, waarin Peter van Dun de verbinding met de fami lie ging verzorgen en Rob Zwartendijk die met de pers en de poli tie. Ikzelf bleef erbuiten, omdat in mij zowel de belangen van de familie als van Ahold samenkwamen, waardoor mijn oordeel moeilijker werd. Mij werd alleen gevraagd met mijn gewone werk door te gaan, want voor de buitenwacht én voor de Ahold-mede- werkers was het zaak dat de continuïteit bij Ahold zeker werd gesteld. Wat er ook zou gebeuren, niets of niemand mocht het bedrijf een onherstelbare klap toebrengen. De verwikkelingen rond de ontvoering beleefde ik zodoende op afstand, hoewel niet minder hevig. Overdag zat ik op kantoor en ’s avonds kwam Peter van Dun bij ons langs om familieberaad te houden. Dat verliep uiterst moeizaam. De kinderen van Gerrit Jan 208

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 226