sm
den in de Irenehal in Utrecht. Ik heb zelden zo’n heksenketel mee
gemaakt. Onze gasten, vier- a vijfduizend per keer, konden zich
vermaken met zangers, goochelaars en jongleurs en voor de actie-
ven was er de mogelijkheid om in allerlei behendigheidsmachines
te kruipen of gebraden haantjes (van plastic) te slaan. Op twintig
terrassen werden even zoveel keukens geserveerd en daarna begon
jong en oud te dansen. De laatste bijeenkomst eindigde rond het
podium, waarop Gerrit Jan en ik verschenen. Ik zie Gerrit Jan, die
niet echt een publieksdier was, nog glimmen om alle sympathie die
ons uit de zaal tegemoetkwam. Het was duidelijk dat het familie-
besef nog steeds bij de Ahold-medewerkers leefde.
Ahold was zo attent om ook de echte familie erbij te betrekken.
Na de ontvangsten in de Irenehal kregen alle nazaten van grootva
der Albert Heijn een feestdag aangeboden, wat een memorabele
gebeurtenis werd. Het kenmerk van onze familie is dat wij niet
familieziek zijn. Met uitzondering van Johan Hille zijn alle zwagers
buiten het bedrijf gebleven, zodat alleen de staken van oom Gerrit
en vader Jan veel met elkaar omgaan. En toch had mijn grootvader
inmiddels 120 afstammelingen met aanhang; de meesten van hen
kenden elkaar niet eens. Dus daar kwam neef die en die en nicht
zus en zo, heel vermakelijk. De verbroedering ontstond bij het zien
van de film Albert Heijn 100 jaar, waarin Thom Hofman mijn
grootvader in zijn jonge jaren vertolkte, compleet met hondenkar.
Mijn grootvader reisde in de film verbaasd door het huidige con
cern met zijn gigantische distributiecentra, supermarkten en bui
tenlandse activiteiten. Veel familieleden waren na afloop tot tranen
toe geroerd. We maakten vervolgens een bustocht door de Zaans
treek, picknickten in een stal van boerderij De Eenhoorn in de
Beemster en zakten af naar d’ Swarte Walvis voor het diner. Daar
nam als laatste Gerrit Jan het woord. Hij presenteerde een genealo
gie die we van de familie hadden laten samenstellen, Drie eeuwen
Heijn aan de Zaan, en merkte op dat tot zijn teleurstelling de duvel
en z’n ouwe moer Heijn bleken te heten. Gerrit Jan was lekker non
chalant, maar niet studentikoos, een beetje spottend, zonder te
irriteren. Hij was bovenal op zijn gemak. Het is jammer dat hij niet
even op een piano heeft kunnen spelen.
1
205