kels van De Gruyter, die een jaar na hem met filialen begon. De
klant kon in de winkels van mijn grootvader voor weinig geld
boodschappen doen en zich toch rijk wanen vanwege de welstand
om hem heen; een lekker gevoel.
Hoe langer ik erover nadenk des te duidelijker wordt het me, dat
het idee van 'arm en rijk’ de sleutel tot het succes van Albert Heijn
is geweest. De bestaansreden van een winkelketen is voordeligheid,
maar als je daarmee uitsluitend bezig blijft loop je achter je klanten
aan. Je verveelt ze. Bij Albert Heijn zagen die klanten daarentegen
wat zij zich in de toekomst zouden kunnen permitteren. Natuurlijk
was deze situatie niet onmiddellijk bereikt. Het is zelfs zo dat ‘arm
en rijk’ heel laat in de winkels verschenen. ‘Arm’ dacht dat mars
kramers minder duur waren, en ‘rijk’ wilde niet geafficheerd wor
den met een winkelketen die zich op lagere prijzen beroemde, hoe
goed het assortiment ook was. Het is pas sinds de jaren vijftig dat
arm en rijk daadwerkelijk bij Albert Heijn kwamen, maar ik ben
ervan overtuigd dat de kiem daarvoor door de oude Albert is
gelegd.
Mijn grootvader blijft mij hierom verbazen. Van mijn oom Ger
rit heb ik begrepen dat hij een rekentalent bezat. Zo zou hij bij
Anton Hunink ooit een rekenmachine hebben verslagen in som
men van vier cijfers. Anderzijds had hij een hekel aan leren. Hij was
na de lagere school naar de h b s in Zaandam gegaan, maar hij hield
het er geen jaar uit. Zijn bijnaam Ab de Danser duidt er al op dat hij
een vrolijk en vriendelijk karakter had; het schijnt dat hij zelfs bij
het weggaan van kinderen achter zijn toonbank vandaan kwam
om voor hen de deur open te houden. Maar ondanks dit talent
voor klein geluk groeide hij uit tot een ondernemer van formaat,
een man van de wereld.
Zo gaf hij in zijn eerste personeelsinstructies van omstreeks
1900 al blijk van subtiele inzichten in het detailhandelsvak. De
winkelbedienden mochten een artikel nooit voor beter verkopen
dan het was, of afgeven op concurrenten, want dat was ‘moordend’
voor de zaak. Wonderbaarlijk is dat volgens hem de winkels er ‘up-
to-date’ uit moesten zien; ik kan me niet voorstellen dat dat toen al
een alledaagse uitdrukking was. Ook formuleerde hij diverse afo-
19