markt te kunnen rondsnuffelen. Dat betekende: een overvloedige keuze aan processed food, informatie via beeldschermen, en voor wie dat wenste: een gratis kopje koffie. We dienden daarvoor het hele stramien van de bestaande supermarkt te verlaten. In plaats van een rationele blokkendoos, waarin de stellingen overheersend waren, moesten we een stemmingsvolle winkel met een geheel eigen architectuur creëren. Ahlqvist zonderde hiervoor een groep je medewerkers af, dat als opdracht kreeg de bestaande supermarkt volledig te kraken. Dat zou ook gebeuren. In 1987 kregen we een ontwerp te zien voor een Nieuwe Supermarkt, die het jaar daarop in Tilburg zou worden gerealiseerd: een soort pretpark, waar de ‘bezoekers’ zelfs hun kinderen tijdelijk in een speelhoek zouden kunnen stallen (“Albert Heijn blijft op de kleintjes letten”). Zo waren er meer dingen waar we ons op konden verheugen. We liepen naar ons honderdjarig bestaan toe, wat grootscheeps zou worden gevierd, en we hadden besloten dat Ahold, dat tot dusver steeds bij Albert Heijn had ingewoond, een eigen kantoor zou krij gen. De gemeente Zaandam wees alvast een terrein aan en doopte de aanliggende weg tot Albert Heijn-weg (een blijk van erkente lijkheid, die in de kritiese jaren zeventig ondenkbaar zou zijn geweest). Ook mij persoonlijk ging het weer goed, al had dat enige tijd genomen. Vanwege haar relatie met mij was Olga door waarne mend president-commissaris Wakkie van de ene dag op de andere ontheven van haar directeurschap bij Ahold, wat voor een carriè revrouw als zij een klap betekende. Ze ging werken op een p r - bureau in Den Haag, wat haar matig beviel. Ik vroeg haar met mij te trouwen, maar ze wilde haar zelfstandigheid niet opgeven, die door onze omgang toch al zo’n deuk had opgelopen. Als we door de P.C. Hooftstraat liepen, was ze als de dood een vriendin tegen te komen. Ze wilde ook in haar appartement aan de Brouwersgracht blijven wonen, waar ik dan mocht logeren. Later, nadat mijn moe der op 24 juni 1984 was overleden, stemde ze alsnog in met een huwelijk. We trouwden in september daarop in Klosters, Zwitser land, met alleen mijn broer en diens vrouw erbij, plus onze vrien- 201

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 219