199
zestig tot zeventig procent en kan het zich daardoor permitteren
hoog in de markt te gaan zitten, wat ruimte laat voor ons), voor
kruidenthee en voor broodbeleg als pindakaas, waarop veel klan
ten gesteld zijn. Bij de vleeswarenfabriek Meester was het de zuur-
stofarme verpakking die voor behoud pleitte. Daarnaast doen we
nog wat aan dieetvleeswaren. Maar onlangs is de broodfabriek
Albro van de hand gedaan, terwijl die fabriek twee jaar daarvoor
een internationaal patent had gekregen op een uniek procédé voor
het afbakken van gerezen deeg: Bakgemak. En dan toch.Jammer,
maar noodzakelijk.
Tegenover de sanering stonden nieuwe activiteiten. We waren al
een tijdje bezig met leveranties aan grootverbruikers als ziekenhui
zen, hotels en vakantieoorden. Dat is een lastige markt, in de zin
dat je de klant heel veel service moet geven maar minder marge
krijgt. Is in een winkel de klant koning, bij grootverbruik is de klant
keizer. Niettemin vonden we dat we de buitenshuismarkt verder
moesten exploreren, omdat er steeds meer geld in omging, inmid
dels al zo’n tien miljard. En dat geld belandde niet in de kassa’s van
onze winkels. Bovendien dachten we dat het mogelijk zou zijn om
in korte tijd een flink part van die markt in te pikken, omdat de
meeste bedrijven die zich met grootverbruik bezighielden, on
danks hun werkterrein, vrij klein waren gebleven. In 1985 kochten
we Kok-Ede, dat een omzet had van 350 miljoen gulden. Hiermee
werden we meteen marktleider. Vervolgens zijn we links en rechts
bedrijfjes gaan opkopen, in totaal zo’n vijftien stuks, maar de helft
daarvan moesten we weer snel van de hand doen: conglomeraten
leveren meer problemen op dan ze oplossen. Momenteel is Groot
verbruik Ahold een goed draaiend onderdeel van het concern, al
blijft het moeilijk om in deze sector een aardige return on invest
ments te verwezenlijken.
In de sfeer van speciaalzaken deden de Etos-drogisterijen het
aardig, zeker toen de formule werd opgetuigd van discount tot