198 Franse meesterkok Georges Pralus geïntroduceerd. We hebben eenvoudige wegrestaurants omgetoverd tot restaurants-langs-de- weg. Maar wat ons opbrak waren onze dure c a o ’s. De a c -directie stelde daarom voor bij de wegrestaurants motels neer te zetten, die een veel hoger rendement kunnen opleveren. En daar hadden wij eigenlijk geen zin meer in, gelet op de geringe resultaten. Het enige onderdeel van de restaurantdivisie dat aardig scoorde, was De Hoop op d’ Swarte Walvis in het ‘museumdorp’ de Zaanse Schans. Toen daar destijds een eetgelegenheid moest komen, wilde nie mand dat op zich nemen, zodat ik als bestuurslid heb gezegd: “Dan zullen wij het maar doen.” Onder manager Willem Zandt groeide d’ Swarte Walvis vervolgens uit van een pannenkoekenhuis tot een sterrenrestaurant, waar Aholders hun gasten trots mee naar toe namen (vandaar dat het liep, zeiden sommigen oneerbiedig). Even zo goed kwam d’ Swarte Walvis tegelijk met de wegrestaurants op de nominatie te staan om aan de ac-directie te worden verkocht, met als reden dat horeca niet tot onze competentie behoort. Ik heb nog voorgesteld om d’ Swarte Walvis zelf over te nemen, maar mis schien had ik dat niet zo enthousiast moeten doen, want de reken meesters van Ahold kwamen er snel achter dat het restaurant een visitekaartje was dat uitbetaalde. Ook bij de productiebedrijven werd er ingegrepen. Sinds de ver ticale prijsbinding was verdwenen, konden onze fabrieken stukken minder voordelig produceren. Tijdens de eerste oliecrisis kreeg je nog eens het verschijnsel dat fabrikanten bereid waren onder hun kostprijs te gaan zitten, om hun machines draaiend te houden, en daarna ontstonden door fusies conglomeraten die productievolu mes hadden waartegen niet was op te blazen. Het was gewoon een kwestie van rekenen. We schrapten successievelijk de lijnen voor limonade, pudding, suikerwerken, deegwaren en voor de verpak king van meel. De chocoladefabriek deden we over aan Verkade, en later zag ik bij Lindt in Zwitserland een machine met de complexi teit van een ruimteraket, waaruit bleek dat we de juiste beslissing hadden genomen. We konden alleen dingen handhaven, waarin extra verdiensten zaten of die een toegevoegde waarde opleverden. Dat gold voor koffie (Douwe Egberts heeft een marktaandeel van

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 216