194 Achteraf ga je piekeren: die ene keer toen ze met de auto uit een flauwe bocht schoot; die andere keer toen ze bij een paard in het hok kroop dat bekendstond als een trapper. En dan haar moeder die verontwaardigd was, omdat haar dochter niet langer mevrouw Heijn kon zijn. Loes maakte op 31 augustus 1982, de dag voordat ze zou verhuizen een eind aan haar leven. Ik landde op Schiphol, waar Olga mij opwachtte met het nieuws. Ik hoef niet uit te leggen door wat voor mengeling van schuldgevoelens en verwijten jegens Loes ik werd bestormd. Het verdriet om zoveel onmacht en eenzaam heid overheerste. We zochten een plekje op Westerveld voor haar uit dat een beetje op Woestduyn leek en begroeven haar als mijn echtgenote. Tijdens de plechtigheid, drukbezocht godzijdank, was iedereen ondersteboven, verpletterd. In mijn dankwoord kon ik gelukkig zeggen: “Loes wist niet hoeveel vrienden ze had.” Helicopter view, management at arm’s length.dit waren in die tijd de kreten voor moderne ondernemers. De ironie dat Loes mij juist was ontglipt door dit soort karakteristieken ontging mij niet. Anderzijds was het waar dat ik door diezelfde karakteristieken mij weer op mijn werk kon storten. Ahold was als bedrijf zo enerve rend, dat je geen tijd kreeg om weg te kwijnen, wat mij niet slecht uitkwam. Wij zaten met Ahold in een fase waarin we de dingen grootser moesten aanpakken. Het small is beautiful uit de jaren zeventig diende te worden vervangen door the bigger the better of iets der gelijks. De hele maatschappij straalde dat uit. Kijk maar naar de architectuur: het zwaartepunt lag eerst op bakstenen woonerven en vervolgens op spiegelende kantoorkolossen. We merkten ook dat onze klanten flitsende, weldadige winkels wilden hebben. En in de levensmiddelenindustrie vond een internationale fusiegolf plaats, waarin tritsen gevestigde namen verdwenen. Wij hadden net meer macht in de distributieketen verworven, maar als we niet oppasten zouden we straks weer als kleine jongen tegenover gigan ten staan.

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 212