183 Veel tijd heb ik ook gestoken in de Raad voor het Filiaal- en Groot winkelbedrijf, wat onlangs de Raad voor de Detailhandel is gewor den. Tussen die twee benamingen zit mijn strijd. Ik werd in 1978 voorzitter van de Raad, omdat de zittende voorzitter, Bons, al zijn zeilen moest bijzetten om de Bijenkorf van de ondergang te red den. In dezelfde tijd kreeg hij een werkelijk knallende ruzie met Anton Dreesmann. Wat was er gebeurd? Dreesmann had in het Met het c b l waren we nu in staat een volgende stap te zetten. Hoewel er inmiddels tientallen miljarden in de branche omgingen, was ons aanzien nog steeds gering. Voor een deel lag dat aan ons zelf. Vooral de voormannen van de kruideniersbonden hebben jarenlang zure verhalen afgestoken over het onrecht dat kleine zelf standigen werd aangedaan, waardoor buitenstaanders na verloop van tijd dachten: ‘De rozen.’ Van de weeromstuit maakten veel kruideniers een gekwetste indruk, alsof ze niet serieus werden genomen. Ze hadden daarin gelijk, maar ze deden er niets aan om dat te veranderen. Op die manier hadden ze twee keer last van hun geringe aanzien: ook hun zelfbeeld werd aangetast, zodat ze bleven wie ze waren. Nu speelde dit verschijnsel in alle westerse landen, maar niet in Amerika. Bill Super was daar al iemand en dat lag niet aan het feit dat in Amerika commercie van oudsher een nette bezigheid wordt gevonden. Ik heb als bestuurslid van nabij meege maakt welke rol het f m i hierin speelt en dat is geweldig. Het f m i benadert uit zichzelf persmensen, politici en docenten om voor lichting te geven en doet tegelijkertijd aan brancheverbetering via onderzoek en instructie. Ik hoefde maar enkele mensen van het c b l naar Washington te sturen en ze kwamen verlekkerd terug. We besloten ons bureau in die zin om te vormen: van een afwach tende brandweer voor smeulende Haagse vuurtjes werden we een gemotoriseerde agent in marketing en communicatie. Onder di recteur Theo Roos opereren we nu zeven jaar op die manier, naar ieders tevredenheid. Volgens mij zijn wij al bekender dan het c b r

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 201