hoop niet dat we er ooit nog een debat aan hoeven te wijden.
Het cbl kon weer wel scoren op het prijzenfront. Ik had als
c b l-voorzitter voor menigeen twee petten op: ik was per slot van
rekening ook president van Ahold. Een enkele keer kon ik iets voor
elkaar krijgen door die petten razendsnel te verwisselen. Zoals ik al
verteld heb werd ik kort nadat Albert Heijn met de Kleintjesactie
was begonnen bij staatssecretaris Hazekamp geroepen, omdat hij
bang was dat de rapen helemaal gaar waren. Volgens hem dreigde
onze actie de kleine zelfstandigen uit te roeien en hij vroeg of wij
als cbl op z’n minst bodemprijzen konden instellen, bestaande
uit de inkoopprijs plus btw. Dirk van den Broek was uiteraard
teugen, maar ik haalde professor Bunt van de Erasmus Universiteit
erbij en ben vervolgens naar de Stichting Het Merkartikel gestapt,
waarin alle belangrijke leveranciers zitten. Daar heb ik gezegd:
“Laten we onderling de prijzen regelen, anders doet de staatssecre
taris dat.” Bij Het Merkartikel keken ze eerst raar op, want het is
geen gebruik dat leveranciers en detaillisten zoiets eendrachtig
doen. In de meeste landen bestaat er tussen leveranciers en detail
listen hooguit een gewapende vrede, terwijl bijvoorbeeld in Duits
land nu en dan zelfs oorlog tussen die twee uitbreekt. Omdat ik
naast voorzitter van het cbl ook president van Ahold was, kon ik
de mensen van Het Merkartikel overtuigen dat de bodemprijzen
die wij onderling afspraken, door de handel inderdaad zouden
worden gerespecteerd.
Hoewel de bodemprijzen sinds kort weer onder vuur zijn
komen te liggen, hebben ze een tijdlang fijn gefunctioneerd. Na
1983 braken voor de levensmiddelenbranche de vruchtbare jaren
aan. Iedereen verdiende ook wat hij verdiende, want de branche
was inmiddels verlost van zieltogende bedrijfjes, zodat er niet lan
ger goed geld naar kwaad geld werd gesmeten. Er bleef zelfs geld
over. Kleine zelfstandigen, zoals ze nog steeds worden aangeduid -
al gaat het in wezen om supermarkteigenaren - werden rijk genoeg
om hun traditionele huis boven de winkel te verwisselen voor een
villa in de buitenwijken. En dat allemaal vanwege de rust op het
prijzenfront, waardoor iedereen zich slechts met zijn bedrijfsvoe
ring hoefde bezig te houden.
182