173 van Nederland had. “Simon mag niet jokken,” kopte Van den Broek in een advertentie en drukte kassabonnen van hemzelf en Simon af, die gunstig voor hem uitvielen. Simon bestreed dit weer in de krant, waarop Van den Broek Simon uitdaagde tot het doen van een gezamenlijke test. Hij kréég een test waarin voor Van den Broek bij 100 van de 250 artikelen vernederende streepjes waren geplaatst, om aan te geven dat zijn bedrijf die helemaal niet voerde. Cor Govers, directeur van Simon, liet tegelijkertijd in Het Parool weten dat een vergelijking tussen beide bedrijven onmogelijk was vanwege de enorme kwaliteitsverschillen. De sherry van Dirk van den Broek was bijvoorbeeld nog niet als ‘afwaswater’ te gebruiken. Van den Broek, normaal degene die anderen de gordijnen in joeg, hing nu zelf in de gordijnen. In een brief aan ons eiste hij een scha devergoeding van één miljoen en hij spande een rechtszaak aan over die vernederende streepjes: hij voerde de bedoelde artikelen wel, zij het onder andere merken. Die rechtszaak won Van den Broek, maar de schadeclaim hing ons nog boven het hoofd. Ik had hem al eens gebeld met de boodschap dat alleen advocaten van ons conflict rijk zouden worden, maar Van den Broek is een straat vechter met de tenen van een balletdanseres. Op een gegeven moment is Gerrit Jan naar zijn kantoor gereden en die wist hoe hij hem moest aanpakken. Gerrit Jan legde zijn portemonnee op Van den Broeks bureau en zei: “Dirk, we willen geen proces, zeg me wat erin moet.” “Niks,” antwoordde Dirk, “geef me maar een hand.” Met Simon zouden we ook nog een discount-avontuur beleven. Bij de overname was een aantal Nettomarkten meegekomen die volgens dat principe werkten en in de boedel van Etos troffen we enkele discount-zaken aan, die het begin zouden vormen van S-Discounts, waarvan we er een twintigtal kregen. Deze S-Dis- counts (met de ‘S’ van Simon) telden amper vijfhonderd artikelen, die ongeprijsd en nog in hun omdozen op kale stellingen werden neergezet. Ze liepen een tijdje aardig, maar zoals Gerrit Jan ooit opmerkte: “Wij zijn geen goede discounters.” Voor een discounter moet je brutaal tegen je leveranciers zijn en je klanten af en toe het rambam kunnen laten krijgen. Als marktleider ben je niet gewend om zo op te treden. Daarom werden de S-Discounts na enkele

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 191