J maar een kleine zelfstandige kon zich daar gerust vestigen. Als hij zijn klanten goed kende en inzet toonde, verdiende hij daar een behoorlijke boterham, vooral omdat hij zijn hele gezin kon inscha kelen. Op papier was een combinatie tussen kleine zelfstandigen en ons het beste van het beste. Zo’n combinatie zou ons in kleinere plaatsen brengen en koppelde ons geoliede apparaat aan de lokale kennis en persoonlijke betrokkenheid van de kleine zelfstandige. In feite waren daarmee de zwakheden van beide bedrijfsvormen opgeheven. Menigeen had dat al ingezien. Er was ook een woord voor: franchising. In Amerika waren zaken als McDonald’s langs die weg tot bloei gekomen en in Nederland kenden de Hema en Jamin het fenomeen. Wijzelf hadden vroeger trouwens depots gehad die op franchising leken, maar we waren daarmee gestopt bij de overgang naar zelfbediening, waarvoor de depothouders de benodigde investeringen niet konden ophoesten. Omdat we de hele tijd met een tekort aan vestigingsplaatsen werden geconfron teerd, begonnen we weer over franchising te denken. Adriaan Con- standse zette een dienst op die eventuele franchisers zou kunnen begeleiden en hij was daar nog niet half mee klaar of de telefoon ging. In augustus 1981 hadden wij onze eerste franchiser: Abel Banus uit Appingedam, die tot dan verbonden was aan de Kroon- organisatie. Het is niet bij dit ene telefoontje gebleven. Wij vielen eigenlijk om van verbazing over de hoeveelheid aanmeldingen die we kre gen. Je hoorde op de achtergrond wel gesputter; er waren zelfs klei ne zelfstandigen die franchisers tot landverraders bestempelden. Maar van ons uit gezien liep het allemaal gesmeerd. De baten voor franchisers waren dan ook niet gering. Hun omzet steeg met gemiddeld veertig procent, zodat zij de fee voor onze formule makkelijk konden betalen, en zij waren in één keer verlost van tijd rovende zaken als inkoop, reclame, winkelinrichting en bevoorra ding; zij konden zich concentreren op hun personeel en hun klan ten. Ook de banken werden trouwens ineens toeschietelijk, terwijl het voor kleine zelfstandigen altijd moeilijk was geweest kredie ten te krijgen. Degenen onder hen die wilden uitbreiden, hadden 171

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 189