167
Ahlqvist, de opvolger van Legerstee bij Albert Heijn, was in de
omgang knap lastig, maar hij was een voortreffelijk marketeer
en bezat ook liefde voor de operationele kant van het bedrijf.
Meestal zie je bij detaillisten het een of het ander. Ahlqvist kwam
als geroepen, want de supermarkten zaten nog steeds in een dal.
Hij stuurde een ploegje van dertig mensen de winkels in om alle
handelingen van het personeel vast te leggen. Vroeger was dat in de
fabrieken gebeurd, alleen ging het toen om enkele honderden han
delingen, nu om enkele duizenden. Hieruit ontstond een norme-
ringssysteem (o pwu: Omzet Per Werknemers Uur), waardoor het
werk beter verdeeld kon worden. Het resultaat was dat we acht pro
cent van het totale aantal werkuren konden schrappen, een fantas
tische besparing. Op deze manier nam Ahlqvist allerlei facetten
van het winkelbedrijf door, zoals de prijspolitiek en de huismerken
(die we terugbrachten tot hooguit dertig procent van de omzet).
Een imago-onderzoek uit 1973 was aanleiding tot een drastische
verandering in de supermarkten. Onze klanten bevestigden wat
wij vermoedden, namelijk dat ze niets van discount wilden weten,
maar ze vonden Albert Heijn te ‘ziekenhuis-achtig’. Op zichzelf
hadden we daarmee voldaan aan de hoogste eis die voor een super
markt geldt, zindelijkheid, dus dat was een compliment. Toch wil
den de klanten iets anders. Ahlqvist en zijn staf - onder wie Rob
Beijers, Krijn Dorsman en Wil Scholte - keken naar winkelstraten
en zagen naast schreeuwerige discounters knusse boetiekjes ont
staan. Ook zagen ze mensen terugkeren naar de weekmarkt, al had
dat gedeeltelijk te maken met het feit dat markten in Nederland
voordelig zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Franse markten,
waar je de meest exquise dingen kunt krijgen. Blijkbaar waardeer
den de klanten het persoonlijke contact in de boetiekjes. Ahlqvist
en de zijnen oordeelden dat we iets van de sfeer van die boetiekjes
in onze winkels moesten zien te stoppen, inclusief de bediening.
Dat werd in 1975 de ‘shop-in-the-shop’-formule, waarbij voor
zeven aparte winkeltjes namen werden gebezigd als In ’t Gezonde
Groen, In de Gulle Korenaar en In de Drie Hammen.
Op zichzelf was deze formule in strijd met die van de super
markt, en dat werd snel duidelijk, want in sommige winkeltjes,
1