c e 164 r I 1 b v\ se lv k. u Het SMi was inmiddels na een fusie met een andere instelling omgezet in het fmi (Food Marketing Institute) en mijn Ameri kaanse vakbroeders daar reageerden tamelijk verrast op onze aan koop. Het ene moment zagen ze ons nog in luiers rondkruipen, het volgende moment liepen we in een lange broek. Ik verloor iets van mijn exotische waarde. Er waren ook critici die de welbekende slo gan citeerden: “Do you want your dollar to go to Europe this sum mer.” Als groot land kan Amerika het zich nog permitteren uiterst chauvinistisch te zijn. Ik antwoordde steeds dat de hele wereld hun Coca-Cola dronk en verwees naar hun Safeway dat vestigingen in Europa had. Ook waren er al meer Europese ketens in Amerika actief. Het Duitse familiebedrijf Tengelmann bezat bijna de helft van a&p, sir James Goldsmith was eigenaar geworden van Grand Union en Delhaize ‘De Leeuw’ van Food Fair (dat vervolgens werd omgedoopt tot Food Lion). Amerikaanse winkelbedrijven, zo had ik gehoord, bleken juist graag door Europeanen te worden overge nomen, omdat die noodzakelijkerwijs zachtzinniger optraden. Het kon kort of lang duren, maar overname door een Amerikaans bedrijf betekende bijna altijd inlijving, dus het verlies van eigen identiteit. Dit was precies de reden dat een collega-bestuurslid bij het f m i mij een paar jaar later veelbetekenend meldde: “We are in the pro ces of selling.” Die collega, Lee Javitch, was de eigenaar en chair man van Giant Food Stores, een keten van dertig supermarkten uit Carlisle, Pennsylvania, die ondanks een relatief kleine omzet van 250 miljoen dollar landelijke faam genoot. Dat lag aan een marke tingstrategie die door zijn rechterhand Nick Riso was geïntrodu ceerd: ‘Every Day Low Prices’. Die strategie had iets weg van dis count, maar leverde een veel prettiger aanblik op. Het kwam erop neer dat Giant Food Stores in een aantal basisproducten conse quent onder de prijs van winkels in de buurt ging zitten, wat een hoop gespiek maar vooral een knap inkoopbeleid vereiste, waarbij al in een vroeg stadium computers waren betrokken. Voor de winst ip ci

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 182