156 h k h i leek op dat ogenblik het hoogst haalbare. Voor meer ontbraken de locaties en los daarvan vroegen we ons af of het publiek van de jaren zeventig een verdere groei van ons zou accepteren. Migros in Zwitserland had destijds een marktaandeel van dertig procent en hoewel dat een ‘Genossenschaft’ was, waren er mensen die iebel werden van de alomtegenwoordigheid van dat bedrijf. Waarom zouden wij het gevaar lopen een dergelijke reactie uit te lokken als wij elders net zo makkelijk konden investeren? We hadden met McKinsey een fraai internationalisatieprotocol opgesteld. We zouden in het buitenland een overname plegen of een joint venture aangaan, zodat we van plaatselijke kennis konden profiteren en meteen al een zeker volume bereikten. Onze partner hoorde wel een flinke positie in zijn werkgebied te bezitten, met ruimte voor expansie, waartoe het zittende management - wij wil den en konden de zaak niet zelf runnen - de ambitie en de loyali teit moest hebben. Aan zo’n avontuur hadden we een bovengrens van 400 miljoen dollar gesteld en een ondergrens van 100 miljoen dollar. Daarmee zouden we de continuïteit van Ahold nooit in gevaar brengen en hadden we in elk geval de mogelijkheid om onze beheerskosten eruit te halen. Hoe vind je een buitenland om in te investeren? We maakten een lijstje en begonnen te schrappen. We dachten destijds dat het geen zin had om in landen binnen te dringen die qua inwonertal kleiner waren dan Nederland, waardoor we weer snel ons plafond zouden bereiken. Daarmee vielen België, Noorwegen, Zweden, Denemar ken en Portugal af. Duitsland was daarentegen te groot; we konden de ketens die er zaten niet betalen. Italië leek te chauvinistisch inge steld om een buitenlandse keten te accepteren en in Frankrijk is nooit duidelijk met wie je te maken hebt, omdat Franse bedrijven in het geheim aandelenpakketten bij elkaar bezitten. Engeland kampte weer met economische problemen en voerde juist een actie om Brits te blijven (“I’m backing Britain”). Bleef over Spanje, waar Van Meer al eens door een ambtenaar van het ministerie van Eco nomische Zaken was gepolst om samen met de Nationale Investe ringsbank een supermarktketen op te zetten. We hielden dat af, omdat Franco op dat moment nog in het zadel zat. Anderzijds was

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 174