intermediair gingen fungeren tussen hen en de producenten. In die zin waren wij in onze eigen ogen nog de dienstvaardige kruidenier en niet de grootgrutter die het publiek in ons zag. Een leerzame ervaring was wat dat betreft de aanvaring met het Angola Comité in augustus 1973. Dat Comité had eerder Douwe Egberts geboycot vanwege de verwerking van koffie uit Angola, waarvan de oor spronkelijke bevolking een guerrillaoorlog voerde tegen de koloni sator Portugal. Wij ontsprongen die dans omdat we elders goedko per aan koffie kwamen, maar later gingen we alsnog Angolese koffie voeren, deels uit principe. Wij vonden dat alleen de klanten mochten bepalen waar wij onze spullen vandaan haalden, niet een actiegroep. Met paginagrote advertenties presenteerden we deze ‘vrije keus voor vrije mensen’. Het Angola Comité deelde daarop strooibiljetten voor de winkels uit met de kop: “ah, er is weer bloedkoffie te koop” en plaatste hier en daar houten grafkruisen ter herinnering aan de overleden arbeiders van de Angolese koffie plantages. Dat ging enkele weken zo door. Gerrit Jan, president van Albert Heijn, probeerde voor kro’s Brandpunt ons liberale stand punt tegenover Sietse Bosgra van het Comité te verdedigen, zonder effect. Wij gingen ervan uit dat de klanten uiteindelijk het debat zouden beslissen, maar dat gebeurde helemaal niet. De klanten, merkten we, zaten te wachten op wat wij deden, wij moesten dit varkentje voor hen wassen. Nu bestond intern de houding dat wij ons nooit door het Angola Comité zouden laten kisten; de Onder nemingsraad was hierin het felst van allemaal. Grafkruisen voor een levensmiddelenwinkel werken echter behoorlijk ontluiste rend. In onze toren aan het Ankersmidplein zaten wij veilig, maar caissières van zestien, zeventien jaar moesten alle commotie opvangen. Vanwege hen hebben we ten slotte bakzeil gehaald en het Comité zijn zin gegeven. Over sinaasappelen uit Zuid-Afrika en appels uit Chili hebben we eveneens zulke acties gehad, met hetzelfde verloop. Het kwalij ke was dat wij door die acties in de verdediging werden gedrukt, terwijl we juist steeds in de aanval waren geweest. Met een afdeling Consumentenzaken zagen we kans om het initiatief weer naar ons toe te trekken. In sneltreinvaart kwam er een ‘reclamecheque’, ISO

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 168